Satiricus Ephraïm Kishon overleden
Premier Ariel Sharon noemde hem een van de „culturele reuzen van onze generatie.” Bij de kabinetsvergadering zondag stond hij stil bij het overlijden van de satiricus Ephraïm Kishon, die zaterdag op 80-jarige leeftijd in zijn huis in Zwitserland overleed.
„Het verhaal van Kishons leven is het verhaal van het Joodse volk in onze tijd”, aldus Sharon. „Een vluchteling in zijn jeugd, een tak die uit het vuur gerukt werd, en die een nieuw land bereikte, de kust waarmee hij niet bekend was, en waarover hij verbaasd was vanwege de gewoonte om van rechts naar links te schrijven.”
Kishon werd in 1924 in Boedapest geboren in een geassimileerd joods gezin. Na de Duitse invasie van Hongarije werd hij naar een concentratiekamp gestuurd, maar hij wist te ontsnappen. In 1949 bereikte hij Israël, waar hij zich bekwaamde in het Hebreeuws. Niemand wilde aanvankelijk zijn werk publiceren omdat de jonge staat niet gewend was aan zijn humor. Ten slotte kreeg hij werk als columnist bij de krant Ma’ariv.
Kishon stelde in zijn boeken op humoristische wijze de bureaucratie en andere zwakheden van staat en bevolking aan de kaak. Zijn boeken werd in 37 talen vertaald en in Midden-Europa werden ze bestsellers. Hij schreef ook speelfilms. In 2002 ontving hij de prestigieuze Israël Prijs voor zijn unieke bijdrage aan de Israëlische maatschappij en staat.
Kishon zal ter aarde worden besteld op de begraafplaats aan de Tel Hai Straat in Tel Aviv, waar ook andere schrijvers en artiesten zijn begraven.