Werkgevers zijn niet van plan om thuiswerkdagen te spreiden
Sinds corona is bijna alles weer bij het oude, behalve dan onze manier van werken. Waar dat kan, wordt er thuisgewerkt, meldt werkgeversvereniging AWVN na een enquête onder ruim tweehonderd bedrijven. Langer slapen, eerder beginnen met koken of sporten en tussendoor even de was doen of een kind ophalen van school; het zijn allemaal voordelen van het werken vanuit huis.
Door het verplichte thuiswerken in coronatijd is werken in de woonkamer voor veel meer mensen normaal geworden. Werkgevers nemen de thuiswerkwensen van hun personeel nog steeds serieus. Tenminste, dat meldt AWVN. De werkgeversvereniging heeft 216 werkgevers uit allerlei sectoren gevraagd hoe zij tegen hybride werken aankijken. Vooral grote bedrijven vulden de vragenlijst in, een meerderheid uit de Randstad.
Een dikke 95 procent van de ondervraagden laat weten thuiswerken toe te staan. Meer dan de helft van de werknemers maakt daar gretig gebruik van. Gemiddeld werken mensen twee dagen per week thuis.
„Je hoort wel verhalen over bedrijven die hun mensen bevelen om terug naar de zaak te komen. Maar dat heb ik in Nederland niet gezien”, zegt Jannes van der Velde, woordvoerder van AWVN. Hij noemt de „Amerikaanse taferelen”, zoals bij softwarebedrijf Zoom, waar medewerkers weer verplicht naar kantoor moeten komen.
Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Tilburg University noemt die houding onverstandig, zeker in deze krappe arbeidsmarkt. „Door de personeelstekorten hebben werknemers meer onderhandelingsmacht. Ze kunnen niet alleen hogere lonen afdwingen, maar ook meer eisen stellen aan hun werk”, zegt hij.
Concentreren
Daar sluit arbeidsmarkteconoom Marcel Klok zich bij aan. „Op kantoor is het makkelijker samenwerken met collega’s en er is meer sociale cohesie. Een nadeel is dat sommige mensen zich op de werkvloer moeilijker kunnen concentreren en werk- en privétaken niet op elkaar af kunnen stemmen.”
Dus wordt er in de meeste gevallen deels vanuit huis en deels op kantoor gewerkt. Dat kan prima, zegt Wilthagen. „Ik heb nog niet gehoord dat het zakelijk slecht gaat met bedrijven omdat er mensen thuis werken. Mensen blijken thuis juist wat productiever en werken soms langer door omdat ze geen reistijd hebben.”
AWVN ziet dat thuiswerken ook normaal is in sectoren waar een paar jaar geleden nog niemand thuiswerkte. Zoals in de industrie en de zorg.
Files
Woensdag en vrijdag zijn de populairste thuiswerkdagen, laten de werkgevers weten. Dat zijn ook de dagen dat kinderen vaker vrij zijn van school. Dinsdag en donderdag zijn voor veel mensen de vaste dagen op de werkplek geworden. Dat levert problemen op. Op die dagen staan er meer files, zitten treinen voller en is het drukker bij de kinderopvang. Sommige mensen spreken daarom van een dido-economie.
Voor werkgevers is de piekdrukte op dinsdag en donderdag niet handig. Zo komen mensen op die drukke dagen eerder te laat vanwege de files en zijn er soms te weinig werkplekken voor iedereen, terwijl op andere dagen de werkvloer zo goed als leeg is.
Toch is slechts 12 procent van de werkgevers bezig met manieren om de thuiswerkdagen beter te spreiden. De rest heeft geen beleid.
Econoom Klok kan dat wel begrijpen. „Bedrijven kunnen werknemers wel financieel stimuleren door ze bijvoorbeeld een hogere kilometervergoeding te bieden op dagen dat het rustiger is op de weg. Maar het is maar de vraag of dat werkt.”
„Iemand die op woensdag of vrijdag thuiswerkt om een kind van school te halen, wordt dan gestraft voor het feit dat scholen op die dagen eerder uit zijn. Dat kan onsympathiek overkomen en zal ook niet voor iedereen werken. Het is dan effectiever om te kijken of schooltijden aangepast kunnen worden”, meent Klok.
Volgens Wilthagen zijn er ook andere mogelijkheden. Zoals lokale werkplekken creëren. „Chipfabrikant ASML maakt in Den Bosch een werkplek voor de mensen die daar wonen, die hoeven dan niet steeds naar Veldhoven te rijden. Zo voorkom je files, maar is er toch contact met collega’s. Werk is waar de wifi is, kun je zeggen.”