De OPEC-ministers zagen geen reden om de productie te verlagen. De OPEC-landen kunnen het huidige productieniveau tijdens de wintermaanden handhaven, maar sluiten een tussentijdse verlaging niet uit. Mochten de olievoorraden groter worden en de olieprijs dalen, dan zou de organisatie zo’n stap kunnen nemen, nog voor de volgende ministersvergadering in maart.

In de aanloop naar een mogelijke productieverlaging gingen de prijzen de afgelopen dagen omhoog, maar toen duidelijk werd dat een verlaging er waarschijnlijk niet in zat, trad een daling op. Hoewel in de olie-importerende landen de vrees voor de pan uit rijzende brandstofkosten bestaat, wijzen de OPEC-ministers erop dat de inflatie in de economische grootmachten binnen de perken blijft en dat de economische groei niet stagneert.

Afgaande op de verwachte vraag en aanbod is er geen reden om aan te nemen dat de markt in het lopende kwartaal uit balans zal raken, aldus een verklaring die na afloop van de ministersbijeenkomst werd uitgegeven. De OPEC-landen zijn goed voor ruim eenderde van de totale olieproductie in de wereld. Officieel pompen zij nu dagelijks 27 miljoen vaten naar boven. Maar de werkelijke productie ligt daar ruim 1 miljoen vaten boven, om de hoge olieprijs wat te dempen.

In oktober bereikte de olieprijs een record van 55,67 dollar per vat. Daarna trad een daling op, maar de prijs is nog steeds erg hoog. Op de termijnmarkt in New York moest vrijdag aan het eind van de dag 47,15 dollar worden betaald. Verscheidene ministers hadden voor de vergadering in Wenen aangegeven dat ze de prijs te hoog vonden om een productieverlaging te rechtvaardigen.

De OPEC streeft sinds maart 2000 naar een prijspeil tussen de 22 en 28 dollar per vat. De organisatie heeft besloten om die prijsmarge los te laten omdat pogingen om de prijs te verlagen niet het gewenste resultaat opleveren. De Iraanse minister noemde de huidige brandbreedte „onrealistisch.” Over de vraag welke bedragen de nieuwe bandbreedte zouden moeten vormen, lieten de ministers zich niet uit.

De prijsstijging van de afgelopen tijd hangt samen met verschillende factoren. Een van de belangrijkste is de toegenomen vraag, met name uit landen als China die een stormachtige economische groei doormaken. Ook politieke spanningen zoals die in het Midden-Oosten hebben de prijs opgedreven.

De Nigeriaanse regeringsadviseur voor oliezaken zei prima te kunnen te leven met een prijsmarge tussen 45 en 55 dollar per vat. Hij wees erop dat deze prijs de afgelopen maanden geen effect heeft gehad op de groei van de wereldeconomie.

Volgens deskundigen speelt hierbij mee dat olie in dollars wordt verhandeld. Door de lage koers van de dollar komt de prijsstijging van olie minder hard aan in landen die een andere munteenheid hebben.