Banken omlaag op negatief Wall Street
De beurskoersen in New York gingen dinsdag over een breed front omlaag door zorgen onder beleggers over een afzwakkende economie. Vooral bankaandelen presteerden slecht nadat kredietbureau Fitch waarschuwde de ratings voor een groot aantal banken waarschijnlijk te gaan verlagen. JPMorgan Chase, Bank of America en Wells Fargo werden tussen de 2,3 en 3,2 procent lager gezet.
De stemming werd vanaf de opening gedrukt door tegenvallende macro-economische cijfers uit China. Zo stegen de winkelverkopen en de industriële productie vorige maand minder sterk dan verwacht. Kort voordat de cijfers werden bekendgemaakt kwam de Chinese centrale bank ook met een verrassende renteverlaging. Beijing hoopt met lagere leenkosten het kwakkelende herstel aan te jagen.
De Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen waarschuwde dat de tragere economische groei in China ook de economie van de Verenigde Staten zal raken. Ze noemde de tegenvallende economische cijfers een „risicofactor” voor de Amerikaanse economie.
De Dow-Jonesindex eindigde de handel met een verlies van 1 procent op 34.946,39 punten. De breder samengestelde S&P 500 verloor 1,2 procent op 4.437,86 punten. De Nasdaq zakte 1,4 procent tot 13.631,05 punten. De techgraadmeter won een dag eerder nog ruim 1 procent door sterke koerswinsten onder de chipbedrijven.
General Motors (GM) daalde 2,3 procent. Berkshire Hathaway, het investeringsbedrijf van miljardair Warren Buffett, heeft zijn belang in de Amerikaanse autofabrikant verkleind.
Het Amerikaanse doe-het-zelf-concern Home Depot kwam met resultaten en won 0,7 procent. Het concern boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan analisten hadden verwacht.
Nvidia klom 0,4 procent. Analisten van de Zwitserse bank UBS schroefden het koersdoel voor de chipmaker op. Het aandeel ging een dag eerder al flink vooruit dankzij een positief analistenrapport van Morgan Stanley.
De euro was 1,0926 dollar waard, tegen 1,0920 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,9 procent minder op 80,96 dollar. Brentolie werd 1,5 procent goedkoper op 84,91 dollar per vat.