Recensie: Folke Nauta vertolkt pianomuziek voor linkerhand van Paul Wittgenstein
Een violist in een rolstoel, een blinde organist: musici met een handicap zijn er genoeg. Maar wat als je als pianist je rechterarm mist? Dat er ook dan nog op hoog niveau gemusiceerd kan worden, bewijst Folke Nauta op de cd ”Left Hand Legacy”.
Stel: je bent heel muzikaal, maar lichamelijk zit het je niet mee. Denk aan Joyce DiDonato, de zangeres die de rol van Rosina zong in Rossini’s opera ”Il Barbiere Di Siviglia”, en bij de eerste voorstelling van een reeks haar been brak. De rest van de voorstellingen heeft ze haar rol vertolkt in een rolstoel (geen woordspeling!). Bewonderenswaardig, maar het probleem gaat weer over.
Het wordt natuurlijk anders wanneer je handicap blijvend is, of al vanaf je geboorte met je meegaat. Dan denk ik aan een zanger als Thomas Quasthoff (1959), die door medicijngebruik van zijn moeder tijdens de zwangerschap ter wereld kwam met handen en voeten die nagenoeg direct uit de romp groeien. Ondanks zijn handicap zong hij op topniveau. Zong, want op zin 52e besloot hij te stoppen met optreden; het werd hem fysiek te zwaar. Slechts af en toe was hij nog te horen.
Polio
Iets dergelijks speelde ook bij Itzhak Perlman (1945), sinds decennia een van ’s werelds beste violisten. Omdat hij op zijn 4e polio kreeg, heeft hij de rest van zijn leven in een rolstoel doorgebracht. Hij doet daar zelf luchtig over: „De tijd die mijn leeftijdsgenootjes voetbalden kon ik vioolspelen. Dan leer je het snel.”
En dan zijn er natuurlijk nog de blinde of slechtziende musici. Binnen de orgelwereld was er zo’n vijftig jaar geleden Helmut Walcha (1907-1991), die op zijn 19e blind was geworden. Dat weerhield hem niet om toonaangevend interpreet van de orgelwerken van Bach te worden. Walcha’s Archiv-opnamen van Bachs complete orgeloeuvre zetten een standaard, die niet gemakkelijk te overtreffen was. En dan kan ik natuurlijk nog Henco de Berg noemen, ook blind, maar een uitermate begaafd pianist, organist en componist.
Tweede garnituur
Toch is het ondanks al zulke belemmeringen voor deze musici niet onmogelijk (geweest) hun instrument naar behoren te bespelen of anderszins te musiceren. Wanneer de handicap van dien aard is dat het spelen onmogelijk is, maar de musicus dat gegeven weet te overwinnen, is dat wel heel bijzonder. Dan denk ik aan Felix Klieser (1991), een hoornist zonder armen. Met zijn voeten bedient hij de ventielen van zijn hoorn, maar de luisteraar merkt dat niet. Die hoort alleen de prachtige warme klank van de hoorn.
Maar wat als een pianist een arm mist of niet gebruiken kan? Kun je dan überhaupt nog wel spelen? Het overkwam de Nederlandse pianist en pianopedagoog Jan Wijn (1934-2022). In 1976 merkte hij tijdens het spelen van het concert voor twee piano’s van Mozart dat zijn rechterhand een niet eens zo moeilijk loopje niet meer aankon. Hij moest stoppen met optreden, en legde zich toe op het repertoire voor de linkerhand: de Ciacconne van Bach/Brahms en het pianoconcert in D van Ravel. Verder constateerde hij in een interview met deze krant uit 1997 dat veel repertoire voor de linkerhand muzikaal van het tweede garnituur was. Daar wilde hij niet mee het podium op.
Wittgenstein
De beroemdste pianist die aangewezen was op linkerhandmuziek was echter Paul Wittgenstein (1887-1961), oudere broer van de invloedrijke filosoof Ludwig, en zoon van een schatrijke Oostenrijkse industrieel. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog verloor hij tijdens krijgshandelingen zijn hele rechterarm. Een ramp, midden in een veelbelovende pianocarrière!
Nog in het veldhospitaal begon Wittgenstein met onderzoek naar het spelen van ‘gewoon’ repertoire met alleen de linkerhand. Hij nam een lege krat, tekende daar een klavier op en oefende, zonder geluid, de werken die hij uit zijn hoofd kende. Weer thuis probeerde hij dat op de piano, en hij schreef tal van arrangementen van de hoogtepunten uit de pianoliteratuur voor eigen optredens.
Muziekcritici waren verbaasd: er klonk in zijn spel geen weemoed vanwege het niet bezitten van een rechterhand, maar veel meer de triomf dat het ook zo gemakkelijk zonder kon. Een bevriende componist, Josef Labor (1842-1924), schreef wat stukken voor Wittgenstein, maar deze begreep dat als hij echt verder wilde komen er meer repertoire van goede kwaliteit moest komen. Het familiekapitaal stelde hem in staat compositieopdrachten te geven, niet alleen voor solomuziek, maar ook voor concerten en kamermuziek.
Nu was Wittgenstein niet zomaar iemand. Wanneer hij een voor hem geschreven concert of ander werk maar zozo vond, speelde hij het niet. En wat hij wel goed vond, was voor hém geschreven en mocht dus niet door anderen uitgevoerd worden.
Na het overlijden in 2001 van de weduwe van Wittgenstein kwam die muziek vrij, en daar zitten parels tussen. Een deel daarvan is nu op cd verschenen onder de titel ”Left Hand Legacy vol. 1”. De Nederlandse pianist Folke Nauta, een van de meest begaafde leerlingen van Jan Wijn, die zelf ook het gebruik van zijn rechterhand moet missen, heeft samen met klarinettist Lars Wouters van den Oudenweijer en het Prisma Strijktrio twee cd’s volgespeeld met stukken uit de kluis van Wittgenstein. En het is de moeite waard!
Donderdag meldde NPO Klassiek dat Nauta op 50-jarige leeftijd is overleden.
Geen concessies
Het programma opent met een reeks variaties van de Engelse componist Ernest Walker (1870-1949), voor de complete bezetting. Een mooi werk, mooi gespeeld. Het hoogtepunt is wat dan volgt, de vioolsonate van de Oostenrijker Josef Labor. Het is een prachtig romantisch werk uit 1916, vol verwijzingen naar Schumann en Franck, maar met een eigen geluid, en zeker, ook voor die tijd, niet ouderwets.
De Oostenrijkse componist Hans Gál (1890-1987) neemt het stokje over met een kwartet voor piano en strijktrio uit 1926. Ook hier valt veel te beleven. Gál heeft verrassende invallen en laat de muziek ook schuren als het moet. Luister maar naar de inzet van het laatste deel van dit kwartet.
De tweede cd is geheel gevuld met een kwintet voor piano, klarinet en strijktrio van de eveneens Oostenrijkse Franz Schmidt (1874-1939). Het intieme werk dateert uit 1938 en duurt –schrik niet– ruim 72 minuten. Maar het verveelt geen moment. Originele invallen en mooi uitgesponnen thema’s volgen elkaar op.
Het laatste deel is een hommage aan de man die de eerste werken voor Wittgenstein schreef, Josef Labor. Schmidt schrijft een boeiende variatiereeks op een ogenschijnlijk simpel themaatje van zijn oudere tijdgenoot.
En nergens heb je het idee: ja, je kunt wel horen dat hier maar met één hand gespeeld wordt. Integendeel, Wittgenstein eiste van zijn opdrachtnemers dat er geen concessies gedaan zouden worden aan muzikaliteit en virtuositeit, en dat is te merken, ook in de bijdrage van Nauta. Dit is pas spelen met een handicap!
De cd’s zijn heel fraai opgenomen, het boekje –ook met Nederlandse tekst– is uitermate informatief.
Left Hand Legacy, Vol. 1. Chamber music written for Paul Wittgenstein, Folke Nauta (piano left hand), Lars Wouters van den Oudenweijer (klarinet), Prisma String Trio; Cobra Records (0087); 2-cd; € 20,-.