Digitaal dia’s kijken
Toen Christiaan Huygens in 1659 zijn toverlantaarn ontwierp, bedacht hij eigenlijk de eerste diaprojector. Met een leeftijd van bijna 350 jaar is de uitvinding nu hoogbejaard. Liefhebbers heeft de gedetailleerde diafilm met zijn goede kleurweergave nog steeds, maar een avondje dia’s kijken komt nog zelden voor. Vooral de opkomst van pc, digitale fotocamera en beamers heeft daarmee te maken. Toch hoeft het grote scherm niet definitief naar zolder.
Bij de aankoop van een nieuw fototoestel lijkt de vraag of het een analoog of een digitaal apparaat moet zijn een gepasseerd station: het merendeel van de nu verkochte camera’s registreert de wereld om ons heen door middel van een beeldchip. Toch zal de amateur-fotograaf zich even achter het oor krabben als hij zijn uitrusting gaat vernieuwen. Wat te doen met de duizenden dia’s? Zeker als je geregeld oudere opnamen bekijkt of al jaren een bepaald thema fotografeert is het handig om het beeldarchief op één medium op te slaan en niet een deel in diadozen en de rest op een harde schijf. Hoe doe je dat?
Fotolab
Professionals die hun werk digitaal moeten aanleveren, maakten allang gebruik van de zogenoemde filmscanner. Als zij hun foto’s af hadden, scanden zij de negatief- of diafilm in en zonden het bestand -eventueel na bewerking met een computerprogramma- naar de opdrachtgever. Omdat het digitaliseren van een beeldarchief een eenmalige klus is, lijkt de aanschaf van een scanner misschien overdreven. Toch hoeft een goede scanner niet veel te kosten: prijzen beginnen bij 200 euro. Verder zijn er veel professionals die hun filmscanner op internet verkopen omdat ze volledig digitaal gaan fotograferen. Voor prijzen onder de 200 euro kun je een prima scanner op de kop tikken.
Het goed scannen van een paar duizend dia’s of negatieven is echter geen geringe opgave. Het is dan ook aantrekkelijk om deze klus uit te besteden aan een fotolab. Voor een bedrag van 10 tot 20 cent per negatief of dia levert het een cd-rom of andere datadrager met bestanden van een kwaliteit die van tevoren is afgesproken. Informeer eens naar de mogelijkheden bij bedrijven zoals Digital-Scan (www.digital-scan.nl), Capi-Lux (www.capi.nl) en Trigger (www.trigger.nl).
Digitaal kanon
Meer dan 80 procent van de digitaal geschoten plaatjes komt niet verder dan het computerscherm, de rest brengt het tot een afdruk op fotopapier. De dialiefhebber zal echter zeker meer willen dan enkel zijn gedigitaliseerde beelden op een monitor bekijken. Wie de smaak van de ”grote” beelden eenmaal te pakken heeft, vraagt zich af hoe hij die bij een overstap naar digitaal kan behouden. Een digitale projector ofwel beamer wordt vaak niet als alternatief gezien, omdat de beeldkwaliteit niet zo hoog en de prijs behoorlijk fors is (vanaf 700 euro). Toch valt deze investering gezien de besparingen door het digitaal fotograferen erg mee. Honderd diafilmpjes van 7 euro per stuk maken ook 700 euro en dan hebben we het nog niet eens over de kosten van diaraampjes en -dozen.
De meeste digitale projectors maken gebruik van lcd-technologie (Liquid Christal Display). Hierbij zorgen drie glazen panelen voor de basiskleuren rood, groen en blauw in het geprojecteerde beeld. Een andere veelvoorkomende techniek is DLP (Digital Light Processing). Hierbij ontstaat een beeldpunt doordat een minuscuul spiegeltje wel of geen licht weerkaatst naar een kleurenwieltje. Algemeen kan gesteld worden dat DLP-beamers een hoger contrast kunnen weergeven, maar lcd-projectors een breder kleurenspectrum hebben.
Veteraan
Om te kijken of de huidige generatie digitale projectors de oude vertrouwde diaprojector kan verslaan, mag een Dell 2300MP aantreden tegen een Leitz Pradolux. Dit diakanon heeft geen knopjes -de slede moet met de hand door het apparaat worden bewogen- maar blinkt uit in helderheid en kleurweergave. Al direct valt op dat de uitdager een enorm contrastbereik heeft. Bij zwartwitplaatjes blijft de Dell iets achter, maar verder lacht hij het oudje uit. De kleuren en de zeer hoge helderheid van de Dell zijn werkelijk briljant.
Op één punt blijft de oudgediende echter ongeslagen: scherpte. De Dell heeft met zijn 1024 bij 768 beeldpunten simpelweg niet genoeg in huis om qua scherpte in de buurt van de Leitz te komen. Zoals uit de foto blijkt, zijn de randen van de pixels goed te zien. Natuurlijk dient er een minimale kijkafstand in acht genomen te worden, maar bij detailrijke onderwerpen zoals kapsels toont de Dell een onscherpte die de Leitz niet kent.
De Dell 2300MP gaat voor maar liefst 1800 euro over de toonbank. Evenals bij diaprojectors komen de periodieke kosten van een nieuwe lamp daarbij. De Dell-lamp is overigens stukken duurder dan die van de Leitz. Maar de ontwikkelingen gaan snel: JVC heeft een eigen techniek ontwikkeld en Mitsubishi en InFocus gaan dit jaar een minibeamer met LED-techniek produceren. De verwachting is dat de prijzen van beamers zoals de geteste Dell hierdoor flink zullen dalen.