Exitpolls: rechtse partijen winnen Spaanse verkiezingen
Spanje heeft een ruk naar rechts gemaakt bij de vervroegde verkiezingen zondag. De centrumrechtse Partido Popular (Volkspartij) en de uiterst rechtse Vox zouden samen net een meerderheid kunnen bereiken en een regering kunnen vormen, melden opiniepeilers na sluiting van de stembureaus. Dat zou betekenen dat de sociaaldemocratische premier Pedro Sánchez na ruim vijf jaar het veld moet ruimen.
Nadat 50 procent van de stemmen was geteld, leek het vooralsnog op een nek-aan-nekrace tussen links en rechts. Maar het betrof vooral resultaten uit kleinere gemeenten.
Volgens de peilers wordt de conservatieve Partido Popular (PP) van oppositieleider Alberto Núñez Feijóo de grootste partij, maar slaagt hij er niet in een absolute meerderheid te behalen. Feijóo wil een machtswisseling bereiken en is nu mogelijk aangewezen op Vox, dat ondanks fors verlies grote politieke invloed kan krijgen. Gaat Feijóo daadwerkelijk met de onder meer antifeministische en anti-immigrantenpartij in zee, dan wordt dat volgens waarnemers de eerste regeringsdeelname van extreemrechts sinds de dagen van dictator Franco, die in 1975 stierf. Als PP en Vox er niet in slagen een coalitie te vormen, zullen de conservatieven moeten vertrouwen op de steun van kleinere partijen.
Volgens waarnemers krijgt Spanje waarschijnlijk te maken met wekenlange coalitieonderhandelingen, die zelfs kunnen uitmonden in een zogenaamde bloqueo. Die politieke impasse kwam al voor na de verkiezingen van 2015 en 2019. Beide keren moesten kiezers voor een tweede keer hun stem uitbrengen om de blokkade te doorbreken.
Premier Sánchez besloot de verkiezingen, die gepland stonden voor eind dit jaar, na voren te halen na het onverwachte verlies van zijn PSOE en andere linkse partijen bij regionale en lokale verkiezingen eind mei.