Kaag: hoop niet dat vrouwen politiek gaan schuwen om intimidaties
Vertrekkend D66-leider Sigrid Kaag hoopt niet dat de haat en intimidatie waar zij de afgelopen jaren mee te maken kreeg, andere vrouwen ervan weerhouden de politiek in te gaan. Dat zegt zij in een toelichting op haar besluit zich niet opnieuw beschikbaar te stellen als lijsttrekker van haar partij voor de Tweede Kamerverkiezingen.
Zelf zegt Kaag lang te hebben geworsteld met de afweging tussen de verantwoordelijkheid die zij voelt en het belang van haar gezin, dat volgens haar leed onder de bedreigingen, beledigingen en aantijgingen aan haar adres. „Ik ben een plichtsgetrouw mens”, zegt zij, maar de zorgen bij haar man en dochters wogen uiteindelijk het zwaarst. „Dat is mijn basis.”
De twee dochters van Kaag gaven onlangs in het televisieprogramma College Tour al aan dat zij zorgen hadden over de ernstige bedreigingen tegen hun moeder. Kaag zegt dat dit niet hét moment was dat haar deed besluiten te stoppen, maar erkent dat het wel impact had. Ook haar man is „blij en opgelucht” dat zij uit de politiek gaat, zegt zij.
Kaag zegt vrede te hebben met haar besluit om te stoppen, maar waarschuwt wel voor de „precaire maatschappelijke situatie” die daartoe heeft geleid. Het politieke debat gaat steeds minder over de inhoud en neemt steeds eerder de vorm aan van een „karaktermoord”, zegt zij. „Discussies worden niet meer langs de lijnen van feiten gevoerd.”
Dat haar vertrek te maken zou hebben met de kritiek dat zij haar belofte van nieuw leiderschap niet heeft waargemaakt, bestrijdt Kaag. „We zijn in een coalitie gestapt die niet onze voorkeur had”, zegt zij. Maar zij vindt wel dat het coalitieakkoord een „duidelijk D66-stempel droeg” en dat haar partij bewindspersonen „van formidabel kaliber” wist te leveren.