Sony daalt op Japanse beurs na overwinning Microsoft
Sony behoorde woensdag tot de grootste dalers op de aandelenbeurs in Tokio. Beleggers verwerkten het nieuws dat concurrent Microsoft van een Amerikaanse rechter verder mag gaan met de overname van gamebedrijf Activision Blizzard, bekend van spellen als Call of Duty en Overwatch. De toezichthouder FTC had een rechtszaak aangespannen om de grootste deal in de computerspellenbranche ooit te blokkeren, omdat die vreesde dat Microsoft te dominant zou worden.
Microsoft heeft zelf al de gameconsole Xbox in handen en de FTC was bang dat het bedrijf na de overname van Activision Blizzard de populairste spellen alleen voor die spelcomputer wil uitgeven. Sony, het bedrijf achter spelcomputer PlayStation, zakte 1,8 procent. Branchegenoot Nintendo won daarentegen 1 procent.
De Nikkei in Tokio noteerde kort voor sluiting van de markt 0,7 procent in de min. Een stijging van de Japanse yen zorgde daarbij voor koersdruk. Daarnaast werd bekendgemaakt dat de prijzen die Japanse bedrijven voor hun goederen en diensten rekenen in juni zijn afgenomen tot 4,1 procent, van 5,2 procent in mei. Ook namen de Japanse machine-orders in mei onverwacht af. Takeda Pharmaceutical verloor ruim 2 procent. De farmaceut liet weten de aanvraag voor zijn vaccin tegen dengue ofwel knokkelkoorts in de Verenigde Staten in te trekken.
De Hang Seng-index in Hongkong zette de opmars voort en won 1,2 procent. De Chinese techbedrijven gingen verder omhoog. Tech- en webwinkelconcern Alibaba steeg 1,9 procent en internet- en gamesbedrijf Tencent klom 1,8 procent. De beurs in Shanghai bleef achter met een min van 0,1 procent.
De Kospi in Seoul won 0,2 procent. In Zuid-Korea nam de werkloosheid in juni weer wat toe tot 2,6 procent, na een laagterecord van 2,5 procent in mei. In Sydney kreeg de All Ordinaries er 0,3 procent bij. In Nieuw-Zeeland hield de centrale bank de rente voor het eerst sinds oktober 2021 ongewijzigd op 5,5 procent. De centralebankiers waarschuwden wel dat de rente de komende tijd hoog zal blijven om ervoor te zorgen dat de inflatie terug wordt gebracht naar de doelstelling van tussen de 1 en 3 procent.