Moeder niet meer nodig op geboorteakte
Wensouders kunnen de geboorteakte van hun kind laten opmaken, zonder dat daarop de naam van de moeder hoeft te worden vermeld, oordeelde de Haagse rechtbank. „Een vrouw wordt zo gereduceerd tot baarmoeder.”
Hoewel twee mannen volgens de rechtbank hun kinderwens „niet op eigen kracht hebben kunnen realiseren”, mochten ze zich bij de burgerlijke stand toch beiden inschrijven als de wettelijke ouders. De draagmoeder die het kind baarde, verdween zo uit beeld. Daarmee liet de rechter een van de basisprincipes van het Nederlandse familierecht los: mater semper certa est – de moeder is altijd zeker.
Een schokkende uitspraak, vindt Diederik van Dijk, directeur van NPV-Zorg voor het leven. „Zo ontzeg je een kind zijn moeder.” Met deze uitspraak, stelt Van Dijk, verdwijnt de vrouw nog verder uit beeld in de discussie rondom het al dan niet legaliseren van draagmoederschap. „Deze vrouwen zijn vaak kwetsbaar, en worden op deze manier gereduceerd tot een baarmoeder.”
„Laat ik duidelijk zijn: een kind van een draagmoeder is een kind op bestelling”, zegt Van Dijk. „Het gaat veel over de wensen van de ouders, vaak homostellen, maar waar zijn de belangen van het kind? Moet alles wijken voor de eisen van het COC?”
Ook ziet Van Dijk een tegenstrijdigheid in de maatschappij: „Bij adoptie zijn we steeds terughoudender geworden, omdat herkomst zo belangrijk is. Dat lijkt bij draagmoederschap totaal niet van belang te zijn.”
Eeuwenoud
De Haagse rechtbank gaf de gewraakte uitspraak in januari, nadat een homokoppel een aanvraag indiende bij de burgerlijke stand. Beide mannen wilden erkend worden als vader van hun twee kinderen. Het echtpaar was eerder in de Verenigde Staten twee draagmoederschapstrajecten gestart. Maar waar Amerikaanse wetgeving het een barende vrouw toestaat om afstand te doen van het kind, is dat in Nederland vooralsnog niet het geval, vanwege het principe van mater semper certa est. Met de rechterlijke uitspraak lijkt dit eeuwenoude principe verleden tijd te zijn geworden.
De gemeente Den Haag bevestigt aan NRC de praktijk om ‘moederloze’ akten toch in te schrijven in het geboorteregister, al is deze „in strijd met de openbare orde”. Volgens de advocaat van de mannen hebben de ambtenaren „even gesteigerd”, maar zich erbij neergelegd. „De politiek heeft dit te lang laten liggen, dan gaat een rechter het zelf regelen.”
Verbod
Toch zit ook de politiek niet stil. Het nieuws van de rechterlijke uitspraak komt enkele dagen nadat minister Weerwind van Rechtsbescherming een initiatiefwet naar de Tweede Kamer stuurde. Die wet moet belangeloos draagmoederschap in Nederland reguleren en het mogelijk maken dat wensouders al voor de geboorte kunnen vastleggen dat zij de juridische ouders zijn. Daarnaast wil Weerwind op het eerste gezicht een verbod op commercieel draagmoederschap in Nederland. Maar het wetsvoorstel zegt niets over het aan banden leggen van commercieel draagmoederschap in het buitenland.
Dat laat zien dat het huidige wetsvoorstel „absoluut geen oplossing is voor het probleem”, stelt Van Dijk. Voor wensouders is het nu al eenvoudiger om in het buitenland een (commercieel) draagmoederschapstraject in te gaan, en deze wet voorkomt dat niet. „Ik zou zeggen: begin nu eerst met die buitenlandse route, om dat aan banden te leggen.”
Met deze oproep schaart Van Dijk zich achter de Casablancaverklaring van maart dit jaar. Daarin roepen experts uit verschillende landen op tot een wereldwijd verbod op draagmoederschap. Volgens hen is draagmoederschap niet te controleren, zolang landen er verschillende wetgeving op na houden.