Levensloopregeling in CAO’s
Is de nieuwe levensloopregeling op lange termijn het ei van Columbus, slechts een half ei of toch een lege dop? Wie het weet, mag het zeggen. De deskundigen zijn er nog niet over uit. Voor de korte termijn kan het komende CAO-seizoen alvast een signaal geven.
Als er geen kink in de kabel komt, treedt vanaf 1 januari 2006 de wet Vroegpensioen en levensloop in werking. Kern van het wetsvoorstel, dat de Eerste Kamer nog moet passeren, is het afschaffen van de fiscale aftrekbaarheid van de premie voor de vervroegde uittredingsregeling VUT en prepensioen. Daarvoor in de plaats komt een levensloopregeling waarmee werknemers verlof kunnen sparen voor het onderbreken van de loopbaan.
Met andere woorden: de levensloopregeling is een financieringsinstrument om perioden van onbetaald verlof te kunnen overbruggen. Waarom een werknemer wil vrij nemen, is niet van belang. Of het nu gaat om vakantie, studie of het verrichten van zorgtaken
In wezen borduurt de levensloopregeling voort op de huidige verlofspaarregeling. Jaarlijks mag een werknemer maximaal 12 procent van het brutosalaris opzijzetten. Het opgespaarde tegoed mag ten hoogste 210 procent bedragen van het laatstverdiende bruto jaarloon. De inleg is onbelast, de uitkering belast.
Ook de werkgever kan een bijdrage leveren. Het kabinet vindt dit een onderwerp dat uitstekend past in de CAO-onderhandelingen.
Op een studiedag van Elsevier Congressen viel woensdag optimisme te bespeuren over de mate waarin afspraken tot stand zullen komen. Zo zei projectmanager levensloop Michiel Huisman van bankverzekeraar ING op basis van gesprekken met de vakcentrales FNV en CNV tot de conclusie te komen dat in 30 à 40 procent van de gevallen de werkgeversbijdrage op 3 procent van de loonsom zal uitkomen.
Huisman beschouwt het uitvoeren van allerlei „krampachtige reparaties” om het prepensioen via collectieve regelingen in stand te houden als achterhoedegevechten. „Jongeren tot 40 jaar praten helemaal niet meer over vervroegd pensioen. Als ze de regeling eenmaal snappen, kunnen ze ermee werken! De levensloop is een individueel financieringsinstrument voor het hele leven.”
Terwijl het kabinet verwacht dat volgend jaar naar schatting 1,15 miljoen werknemers van de levensloopregeling zullen gebruikmaken -oplopend tot 1,8 miljoen in 2009- spreekt Huisman al over 1,9 miljoen deelnemers in 2006 en 3 miljoen in 2009. Voorlopig peilingen wijzen uit dat werknemers die willen deelnemen, van plan zijn zo’n 7 procent van hun brutoloon opzij te zetten.
Verplicht is de deelname aan de nieuwe regeling overigens niet. Een werknemer mag jaarlijks aangeven of hij liever spaarloon heeft. Huisman: „Voor de inkomens onder de 30.000 euro blijft het spaarloon een aantrekkelijk alternatief. Den Haag heeft dit onderkend en wil het spaarloon de nek omdraaien, bijvoorbeeld door een heffingskorting te introduceren om verlofsparen te stimuleren.”