Bedrijven die zich bezighouden met fossiele brandstoffen moeten ervoor zorgen dat ze tegen 2050 geen broeikasgassen meer uitstoten, vindt al-Jaber. De uitstoot van methaangas door de sector moet wat hem betreft tegen 2030 tot vrijwel nul zijn teruggedrongen.

Al-Jaber kon zijn pleidooi in zekere zin ook aan zichzelf richten, want hij is zelf ook een prominent figuur in de energiesector. Naast klimaatgezant van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) is hij ook bestuursvoorzitter van het staatsoliebedrijf van de VAE. Zijn benoeming tot voorzitter van de klimaattop was daarom omstreden. Klimaatactivisten vrezen dat al-Jaber te veel zijn oren zal laten hangen naar de olie- en gassector.

Die vrees deelt niet iedereen. Zo toonden de Amerikaanse klimaatgezant John Kerry en Eurocommissaris Frans Timmermans zich juist positief over zijn benoeming. Timmermans wees er begin dit jaar op dat al-Jaber al bezig was met duurzaamheid „lang voordat anderen in de olie- en gassector daarvan overtuigd waren”. Al-Jaber was in 2006 betrokken bij de oprichting van het duurzame energiebedrijf Masdar, waarvan hij tevens de chef is.

Volgens al-Jaber is de grote uitdaging van deze eeuw om een drastische vermindering van de uitstoot te combineren met een „robuuste duurzame ontwikkeling”.

Waar het gaat om het verminderen van methaanlekkages zijn de nodige technieken beschikbaar. Producenten hebben er ook iets bij te winnen: al het gas dat ze niet de lucht in laten gaan, kunnen ze verkopen. Als methaangas (CH4) ontsnapt is dat problematisch, want het is een uiterst krachtig broeikasgas. Op een tijdschaal van twintig jaar heeft methaan ruim tachtig keer zoveel opwarmend effect als koolstofdioxide (CO2).

De klimaattop COP28 wordt van 30 november tot en met 12 december gehouden in Dubai.