Ajax-petje en religieuze uiting is niet hetzelfde
Al jaar en dag hanteert de Nederlandse politie een gedragscode neutraliteit. Het betekent concreet dat een agent geacht wordt een scheiding te maken tussen een persoonlijke mening en een neutrale opstelling als agent. Ofwel: een agent mag persoonlijk sympathiseren met Extinction Rebellion of de Farmers Defence Force, maar mag dat niet laten blijken als hij in het geweer moet komen bij bijvoorbeeld blokkades.
Het betekent dus ook dat een agent geen button van Extinction Rebellion of de FDF op zijn uniform mag dragen. Zichtbare tatoeages zijn om dezelfde reden taboe. Tot dusver zijn de regels volkomen helder. Iedereen begrijpt ook dat het niet gaat werken als een agent met een Ajax-petje op de orde gaat handhaven bij een wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord.
Maar problematischer wordt het met religieuze uitingen. Wat als een orthodoxe Jood agent wil worden, moet hij dan zijn keppeltje thuislaten? En een vrouwelijke islamitische agent haar hoofddoek? Volgens de officiële voorschriften uit 2011 is dat inderdaad het geval: zichtbare verwijzingen naar religie en levensovertuiging mogen evenmin worden gedragen. Een kettinkje met kruisje mag dus ook niet. Het was een regel die niet altijd even streng werd gehandhaafd, maar minister Dilan Yesilgöz van Veiligheid en Justitie vaardigde deze week een duidelijk verbod uit. „Ik hoop dat de discussie klaar is”, zei ze in De Telegraaf.
Dat was die niet. Vanuit politiegeledingen zelf klonk al snel kritiek, onder meer over de handhaafbaarheid. Ook verschillende individuele agenten lieten zich openlijk kritisch uit over het besluit. „Wat fijn zeg. Ons bevoegd gezag heeft weer radicaal afgerekend met een (niet bestaand) probleem bij de politie”, schreef een christelijke wijkagent uit Rotterdam, André van Wingerden, op LinkedIn. De nieuwe beoogde ChristenUnie-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, Anja Haga, riep op Twitter alle christelijke politieagenten op wél kruisjes te gaan dragen. „Kom op voor je geloof!”
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde bovendien dat een algeheel verbod op religieuze uitingen in strijd is met het fundamentele recht op non-discriminatie op grond van godsdienst en geslacht en met de vrijheid van godsdienst. De noodzakelijkheid van de nieuwe kledingeisen wordt volgens het College onvoldoende onderbouwd.
Daarmee snijdt het College een terecht punt aan. Want is het ook echt zo dat een agent niet meer neutraal handelt als hij uiting geeft aan zijn geloofsovertuiging? In welke omstandigheden leverde dat concreet problemen op? Neutraliteit betekent dat agenten consequent en voorspelbaar moeten optreden, ongeacht met wie ze van doen hebben.
Een Ajax-petje is daarbij iets anders dan een met de geloofsovertuiging verbonden uiting, zeker als die behoort bij de religieuze voorschriften. Moslima’s kunnen zich vanuit hun geloofsovertuiging geroepen voelen een hoofddoek te dragen en Joden een keppeltje. Het botst met de godsdienstvrijheid als ze daarmee geen agent meer kunnen worden.