Op 10 juli 2012 werd de 40-jarige Jan Elzinga doodgeschoten bij een zwembad in het Groningse Marum. De schutter en zijn kompaan Willem P. kregen celstraffen van respectievelijk vijftien en twintig jaar. P. sloot in de gevangenis met het Openbaar Ministerie een deal voor een kortere straf en werd zo kroongetuige. Hij stelt dat de toenmalige vriendin van Elzinga, haar broer en haar moeder het brein zijn achter de moord. Ze wilden van Elzinga af omdat hij zijn vriendin mishandelde en vreemdging, aldus P.

P. heeft bij de rechter toegegeven te hebben geknoeid met bewijs. Hij had sms-berichten tussen hem en de verdachte broer gemanipuleerd. De rechtbank in Groningen vond P. desondanks betrouwbaar genoeg. Het drietal werd eind 2022 veroordeeld tot twintig jaar cel en is in hoger beroep gegaan.

Twee weken geleden heeft het drietal bij het hof onderzoekswensen ingediend. Het hof besliste woensdag dat P. wordt gehoord tijdens de inhoudelijke behandeling, waarvan de datum nog niet bekend is. Ook wordt dan een van de officieren van justitie, die bij de procedure in de rechtbank over de zaak gingen, bevraagd over de deal met P. Verder worden er schriftelijke vragen gesteld aan verbalisanten van de politie over de verhoren met de broer, waarbij het ging over de sms-berichten.

P. is volgens de verdachten een leugenaar. Volgens hen is de dood van Elzinga een afrekening in de hennepwereld. Het drietal hoopte dat het hof meerdere mensen hierover zou gaan horen, maar de rechters hebben dit afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Het hof besloot eveneens dat alle verdachten in voorlopige hechtenis blijven.

Een 58-jarige man uit Kampen is de vierde verdachte. Hij kreeg zeven jaar cel. De man zou voor de familie het moordwapen hebben geregeld en het contact zijn geweest tussen hen en de uitvoerders van de moord. Het hof heeft besloten dat alle verdachten in voorlopige hechtenis blijven.

Het OM besloot in mei om kroongetuige P. te vervolgen voor meineed.