Verdachte doden celgenoot deed ‘vreemde uitlatingen’ aan telefoon
De man die verdacht wordt van het doden van zijn celgenoot in de gevangenis in Krimpen aan den IJssel in maart van dit jaar, deed „vreemde uitlatingen” aan de telefoon. Zo zei hij de avond van 14 maart dat het „stonk” in zijn cel, zei het Openbaar Ministerie bij de eerste niet-inhoudelijke zitting in de zaak in de rechtbank van Rotterdam. Het slachtoffer werd in de ochtend van 15 maart gevonden.
De 24-jarige man is volgens het OM geslagen, verwurgd en gesmoord. Hij zat in de cel vanwege een beroving. De verdachte, Abdel T., is eerder veroordeeld tot tien jaar en tbs voor het doodsteken van een persoon in 2021.
Het is nog onbekend wanneer het slachtoffer precies is omgebracht. De twee werden op 14 maart rond 16.45 uur „ingesloten” in hun cel, de deur ging de volgende dag rond 07.30 uur weer open. Niet lang daarna werd het lichaam van de twintiger gevonden.
Het OM meldde maandag dat de verdachte op 14 maart plots veel aan het bellen was. Niet alleen zei hij dat het stonk in zijn cel, ook zei hij dat hij „alleen was” en dat zijn celgenoot sliep.
T. heeft verklaard dat hij werd aangevallen door zijn celgenoot en dat hij zich moest verweren. Daarna is hij naar eigen zeggen in een psychose geraakt. Hij wordt nog onderzocht in het Pieter Baan Centrum.
De volgende zitting in de zaak is op 29 augustus. Het gaat dan opnieuw om een niet-inhoudelijke zitting.