Buitenland

Jakarta gaat inzage geven in besteding donorgelden

In een poging de vrees voor corruptie bij de hulpverlening aan tsunami-slachtoffers op Sumatra weg te nemen, gaat de Indonesische regering een maandelijks overzicht publiceren van donoren, de omvang van hun bijdragen en de wijze waarop het geld wordt besteed.

Buitenlandredactie
26 January 2005 09:09Gewijzigd op 14 November 2020 02:09

Minister van Sociale Zaken Alwi Shihab, die de hulpinspanningen coördineert, kondigde dinsdag aan dat het overzicht op de 26e van iedere maand wordt gepubliceerd. Indonesië geldt als een van de landen met de meeste overheidscorruptie ter wereld. Vooral hulporganisaties klagen dat veel geld in de zakken van ambtenaren verdwijnt. Hulpverleners hebben al aan de bel getrokken over corruptiepraktijken. Sommige militairen en regeringsmedewerkers vragen geld voor het escorteren van hulpkonvooien in Atjeh.

De door de tsunami zwaar getroffen hoofdstad van de Indonesische provincie Atjeh, Banda Atjeh, kampte dinsdag in een kilometers groot gebied met een brand, waarbij flinke materiële schade werd aangericht. De brandweer zei een tekort te hebben aan bluswater. De stad werd bovendien getroffen door een naschok.

De brand verbreidde zich in het geteisterde Banda Atjeh over de wijken Ulee Lheu, Surien en Blang Cut, waarvan een groot deel van de huizen door de tsunami met de grond gelijk is gemaakt. Puinhopen reiken er tot wel 3 meter hoogte. Zo’n honderd voormalige inwoners probeerden er dinsdagavond bezittingen te redden. Ook wordt nog steeds gezocht naar vermiste verwanten.

Een woordvoerder van de brandweer zei dat de brand maandagavond was uitgebroken, vermoedelijk door het verbranden van vuilnis. Er deden zich voorzover bekend geen persoonlijke ongevallen voor.

Atjeh werd dinsdagmiddag opnieuw getroffen door een zware naschok van de tsunami-beving van 26 december. Het epicentrum lag weer op de zeebodem voor de kust van Sumatra. De beving had een magnitude van 5,6 en hield tien seconden aan. Er waren geen berichten over schade of slachtoffers.

In Banda Atjeh zijn door de tsunami ongeveer 40.000 mensen om het leven gekomen.

Het Indonesische ministerie van Volksgezondheid heeft dinsdag de manier waarop het de Indonesische slachtoffers van de tsunami telt drastisch gewijzigd. Voortaan worden alleen nog de begraven doden geteld, slachtoffers die vermist worden en waarschijnlijk dood zijn, blijven een jaar lang op een vermistenlijst staan, aldus het ministerie.

Door de nieuwe manier van tellen zakt het dodental als gevolg van de aardbeving en de daaropvolgende tsunami op het Indonesische eiland Sumatra in één klap van 170.000 naar 96.000 doden. Het aantal vermisten steeg logischerwijs naar ruim 132.000.

De wederopbouw van de deels verwoeste Indonesische provincie Atjeh gaat vrijwel zeker leiden tot extra houtkap elders op Sumatra. Volgens de Indonesische minister van Bosbouw, Malam Sambat Kaban, is er tot 8,5 miljoen kubieke meter hout nodig om 123.000 huizen in Atjeh te herbouwen. Die hoeveelheid komt overeen met iets meer dan de helft van het jaarlijkse houtverbruik in Nederland.

De minister zei dat nu wordt onderzocht waar het benodigde hout vandaan moet komen. Mogelijk kan een deel komen van in beslag genomen hout van illegale houtkappers. De rest komt waarschijnlijk door concessiehouders een vergunning te geven om extra hout te kappen.

Illegale houtkap is een groot probleem op Sumatra en elders in Indonesië. De daders ontspringen nagenoeg altijd de dans. De ontbossing van het Indonesische eiland vormt een bedreiging voor mens en natuur door de gevaren van bijvoorbeeld bodemerosie en door het verdwijnen van leefomgevingen voor dieren als mensapen en tijgers.

De internationale hulporganisaties Rode Kruis en Rode Halve Maan hebben wereldwijd voldoende geld ingezameld om de slachtoffers van de zeebeving in Azië te helpen. Dat zouden de organisaties woensdag in het Zwitserse Genève bekendmaken, precies een maand na de catastrofe.

De instanties zullen de campagnes voor donaties verminderen, aldus woordvoerster Bowen dinsdagavond. Alleen al de Amerikaanse afdeling kreeg 223 miljoen dollar binnen, zo staat op de eigen website. Bowen wilde dinsdag nog niet zeggen hoeveel de andere 69 afdelingen hebben binnengehaald, maar het staat vast dat de Verenigde Staten een van de meest genereuze landen zijn.

Eerder deze maand maakte Artsen zonder Grenzen al bekend dat het genoeg geld had ingezameld voor hulpverlening aan de slachtoffers van de zeebeving. Dat leidde tot verwarring, omdat de suggestie werd gewekt dat ook andere hulporganisties geen geld meer nodig hadden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer