Meditatie: Mild en overvloedig
Mattheüs 12:34
„Want uit de overvloed des harten spreekt de mond.”
Wie Hem rein en meer dan enig ding liefheeft, die zal vele en zoete gedachten en overleggingen over Hem hebben (Psalm 104:34). Zijn hart zal bij Hem in de hemel wandelen, daar hij Hem zijn grote schat acht (Filippenzen 3:20 en Mattheüs 6:21), en zijn tong zal met vermaak over Hem spreken, zoals de lippen van de bruid waren als een scharlaken snoer en haar spraak liefelijk, vooral als zij over Christus sprak (Hooglied 4:3 en 11; 5:8 en 10-16).
De taal van de mensen maakt dikwijls openbaar waarop zij hun liefde gevestigd hebben. Wie geen lust heeft om aan Jezus te denken en nauwelijks van Hem spreekt of hoort spreken, heeft geen liefde tot Hem. Wie zelden over Hem denkt of spreekt, heeft weinig liefde tot Hem. Maar wie een brandende liefde heeft tot Christus, die heeft een bruisend hart in de heilige overdenkingen en beschouwingen van Hem en dit komt naar buiten door de mond en door de tong. Hij kan het niet inhouden, noch verzwijgen, zoals de psalmist zegt: „Mijn hart geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een Koning; mijn tong is een pen van een vaardig schrijver” (Psalm 45:2). Zo ook Paulus: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd” (1 Korinthe 2:2).
Jacobus Koelman, predikant te Sluis
(”Van de liefde tot de Heere Jezus”, 1690)