Ondanks alle toekomstige inspanningen voor KPN-personeel dat op de schopstoel zit, staat nu al vast dat gedwongen ontslagen „niet te voorkomen” zijn, bevestigde een woordvoerder van KPN. Het zorgenkind is de divisie vaste telefonie. Daar daalt het aantal klanten door hevige concurrentie, een groeiende voorkeur van consumenten voor het gebruik van mobieltjes of internettelefonie.

Eind oktober telde KPN 18.000 arbeidsplaatsen, waarvan er 13.000 tot de geplaagde divisie vaste telefonie behoorden. De onderneming gaat de komende jaren 2250 banen schrappen. En daarmee is het einde niet in zicht. „Er gaat nog meer komen”, waarschuwde de KPN-zegsman.

KPN wordt in de toekomst „aanzienlijk kleiner”, stelde COR-voorzitter Cor de Jongh, „maar hoeveel kleiner? We voorzien nog meer ontslaggolven doordat het traditionele bellen aan het verdwijnen is.”

Het mobiliteitsakkoord is een initiatief van de centrale ondernemingsraad én een poging zo veel mogelijk pijn te voorkomen. „Veel mensen blijven nu nog angstvallig op hun plek zitten. Er komen echter nog meer ontslaggolven. We hopen dat behoorlijk wat mensen gaan nadenken over hun mogelijkheden buiten KPN”, zei De Jongh.

In het akkoord zijn de partijen volgens De Jongh van alles overeengekomen om „de drempel om naar buiten te gaan, zo laag mogelijk te maken.” Zo vult KPN het loon tijdelijk aan als medewerkers elders een baan met een lager salaris vinden. Verder kunnen KPN’ers stage lopen. „We hebben bedongen dat mensen twee maanden mogen proefdraaien. In die tijd mogen ze ook weer terugkeren naar KPN.” De Jongh weet niet hoeveel gedwongen ontslagen KPN kan voorkomen door het akkoord.

„Daar zijn ook geen uitspraken over gedaan. Wat ons betreft, is dit akkoord al geslaagd als er minder mensen boventallig worden.”