Commissie: arts was onzorgvuldig bij patiënte die dood wilde
Een arts van een patiënte die dood wilde, was bij het toekennen van euthanasie niet zorgvuldig genoeg. Ze had vooraf een oordeel gevraagd van een onafhankelijk psychiater, maar zijn beoordeling was onvoldoende om ook daadwerkelijk te besluiten dat het lijden van de patiënte uitzichtloos was, concludeert de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie woensdag.
De patiënte tussen de 60 en 70 jaar was haar hele leven ongelukkig. Volgens de euthanasiecommissie hadden meerdere mensen in haar familie last van depressies en had een naaste van haar ooit suïcide gepleegd. „Na het overlijden van haar beide ouders was er voor haar geen reden meer om te blijven leven, behalve het zorgen voor haar huisdier.”
Een jaar voor haar overlijden sprak de patiënte nadrukkelijk over euthanasie met de arts. Ze hadden het in de jaren daarvoor al vaker over haar doodswens gehad. De arts vroeg een onafhankelijk psychiater om te beoordelen of de patiënte wilsbekwaam was en er geen sprake was van een psychische stoornis die dit belemmerde. Een heldere psychiatrische diagnose kwam er niet.
De commissie weegt mee dat de omschrijving van de psychiater niet overeenkomt met de aanname van de arts. Volgens de arts zei de patiënte zelf dat ze aan een chronische depressie leed. Die zou jaren geleden al vastgesteld zijn en daarom niet terug te vinden in haar dossier. De psychiater merkte na de bezoeken echter op dat de patiënte „makkelijk sociaal contact maakte, sociaal overkwam en er sprake leek te zijn van relatie- en contactgroei. Ook kon patiënte erg lachen en verliep het gesprek ondanks de inhoud luchtig.” Dit komt volgens de commissie niet overeen met de verklaring dat de patiënte al vijftig jaar depressief zou zijn.
De arts kende de patiënte al erg lang en wilde ze haar „niet in de kou laten staan”, zegt de commissie. Het is daarom wel goed dat ze in elk geval een onafhankelijk psychiater had ingeschakeld. Het had hier echter ook over alternatieven moeten gaan, zoals behandelingen in plaats van de dood.
Verder stelt de commissie vast dat de arts niet op de hoogte was van alle regels rondom euthanasie. Ze dacht dat levensbeëindiging met de verklaring van de psychiater voldoende onderbouwd was. De euthanasiecommissie oordeelt enkel of aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan bij een levensbeëindiging. Of dit oordeel gevolgen heeft voor de arts is nog onduidelijk.