„Mijn dochter kan zich registreren als man, onze zoon als vrouw. Dit kan zelfs onder de zestien jaar. Geslacht is toch geen keuze!” klinkt de stem van een verontwaardigde vrouw. Begin april oordeelde reclamewaakhond RCC dat het radiospotje met dit citaat „nodeloos kwetsend voor (jonge) transgenders” is. De toon zou „spottend, verontwaardigd, neerbuigend en afwijzend” zijn.

Gendertwijfel ging daarop in hoger beroep. Ze wilde door de toon geen transgenders bespotten, maar haar boodschap „kracht” bijzetten.

In hoger beroep krijgt de organisatie op dat punt gelijk. De vrijheid van meningsuiting geldt immers ook voor mededelingen die beledigend, schokkend of verontrustend zijn. In een reclame die bijdraagt aan het publieke debat is „aanvaardbaar” om op dergelijke wijze een standpunt te verkondigen, zegt de RCC nu. „Onvermijdelijk” is volgens haar dat de boodschap de belangen van transgenders raakt en emoties oproept.

Wel vindt het College van Beroep de boodschap te ongenuanceerd. Minderjarigen kunnen volgens het omstreden wetsvoorstel hun geslacht niet zelf wijzigen, maar alleen na groen licht van de rechter. Omdat die nuance in de reclame ontbreekt, kan het publiek „op het verkeerde been” worden gezet.

Nuance

Daarnaast zou het spotje de indruk kunnen wekken dat de nieuwe wet ook gaat over een fysieke geslachtswijziging. Gendertwijfel maakt immers geen onderscheid tussen seksekenmerken en genderidentiteit. „Daarmee is de uiting onvoldoende accuraat en feitelijk onjuist”, staat in het oordeel. Door deze „onjuiste argumenten” kan het politieke debat echter wel worden beïnvloed. De RCC adviseert Gendertwijfel dan ook de reclame niet meer uit te zenden.

Gendertwijfel reageert verheugd op de uitspraak. Volgens de organisatie ontbreekt het in een radiospotje echter aan tijd en ruimte om het gehele wetsvoorstel, met alle nuances, mitsen en maren, uitgebreid voor het voetlicht te brengen.