De tijdelijke containerwoningen worden eigenlijk permanent gebruikt, doordat ze steeds opnieuw verplaatst worden, schetste de brandweer in maart in een evaluatie van de brand. Na een verplaatsing breekt een „nieuwe periode van tijdelijkheid” aan, terwijl de woningen niet hoeven te voldoen aan strengere bouw- en brandveiligheidseisen voor permanente bouw. Dat is eigenlijk wel nodig bij deze woningen en moet veranderen, zo luidde één van de aanbevelingen van de brandweer toen.

Nu vraagt voorzitter Femke Halsema de minister om wetgeving rond deze tijdelijke woningen aan te passen „en de tijdelijkheid te koppelen aan het gebouw zelf, en niet aan de locatie”.

Uit het evaluatierapport van de brandweer bleek verder dat de dakconstructie van het wooncomplex in Riekerhaven en van twee woonblokken aan de Zuiderzeeweg brandgevaarlijk is en vervangen moet worden, of dat er een sprinklerinstallatie geïnstalleerd moet worden. Ook raadde de brandweer aan om rookmelders te plaatsen en vluchtroutes vrij te houden. De eigenaar van de wooncomplexen liet daarop weten de herstelmaatregelen zo spoedig mogelijk uit te voeren.

Vrijwel alle 24 containerwooncomplexen in Amsterdam vertonen gebreken, concludeerde de gemeente eind januari al na een onderzoek naar de brandveiligheid. Hoewel het gaat om „een flinke lijst van gebreken” was er volgens de verantwoordelijk wethouders geen reden om „acuut in te grijpen”.

Door de brand in november ging een deel van het wooncomplex Startblok Riekerhaven in Amsterdam Nieuw-West, waar jonge statushouders samen woonden met andere jongeren, in vlammen op. De brand legde 75 woningen in de as en nog eens zestig aangrenzende woningen werden onbewoonbaar verklaard. Bewoners van Riekerhaven zeiden dat er al langer zorgen waren over de (brand)veiligheid van het complex.