Veenendaal doet het goed als winkelstad
De Utrechtse winkelcentra doen het goed binnen de Randstad. Op een verrassende vijfde plaats staat Veenendaal met een omzet van 350 miljoen euro.
Dat blijkt uit een rapport van de onderzoeksbureaus Goudappel Coffeng en Intomart GfK, dat deze week is gepresenteerd. In opdracht van onder meer de provincies Zuid-Holland en Utrecht deden de bureaus onderzoek naar het koopgedrag in de Randstad.
Het winkelaanbod in de Randstad is de afgelopen vijf jaar sterk toegenomen. In de stedelijke regio steeg het aanbod met een kwart, terwijl het landelijke groeigemiddelde op 14 procent lag. De toename van het winkelaanbod komt mede doordat de winkels gemiddeld meer vloeroppervlak hebben.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de centrumgebieden van de grote en middelgrote steden de Randstad-top-75 domineren. Utrecht (centrum) neemt in het onderzoek de tweede plek in met een jaarlijkse winkelomzet van 838 miljoen euro. Op de vijfde plaats staat Veenendaal. Het winkelcentrum van Amersfoort staat op de achtste plaats van de Randstad-top-75 met een omzet van 272 miljoen euro. Ook het winkelaanbod aan de randen van de grote steden sluit volgens het onderzoek goed aan op de wensen van de consument. Woonboulevard Kanaleneiland in Utrecht staat op nummer 29.
Uit het onderzoek blijkt verder dat Utrechtse winkelcentra als Amersfoort en Veenendaal veel klanten trekken van buiten de Randstad. Als het verder gaat om de niet-dagelijkse boodschappen maken inwoners van de gemeente Utrecht in toenemende mate gebruik van winkels buiten de stad.
De onderzoekers verklaren dit ’zwerfgedrag’ door te wijzen op het feit dat het aanbod van winkels in Utrecht centrum (tijdelijk) is achtergebleven bij de bevolkingstoename. Renovatie van Hoog Catharijne zal dit beeld de komende jaren ongetwijfeld doen veranderen, aldus het onderzoeksrapport. De gemeente Amsterdam werd overigens slechts ten dele bij het onderzoek betrokken.
De dagelijkse boodschappen worden nog voor 60 procent lopend of fietsend gedaan. Ten opzichte van vijf jaar geleden is daar weinig in veranderd. Winkelen op zondag is niet de belangrijkste vrijtijdsbesteding.
Van de ondervraagden zegt 55 procent nooit op zondag te winkelen, 13 procent zegt één keer per maand of vaker op zondag te winkelen. In Rotterdam, Den Haag en Amsterdam-Zuid ligt dat percentage echter weer veel hoger, namelijk op zo’n 25 procent van de bevolking. Voor de overige grote steden Leiden, Haarlem en Utrecht ligt het aandeel rond het landelijke cijfer. Op de Zuid-Hollandse eilanden en op de oostflank van de provincie Utrecht ligt het aandeel koopzondagbezoekers aanmerkelijk lager, namelijk minder dan 6 procent.