De romantiek van de trucker is verdwenen
De romantiek is grotendeels verdwenen. Toch blijft het chauffeuren op een grote vrachtwagencombinatie voor velen een jongensdroom. Al 25 jaar beschrijft het magazine Truckstar het leven in en om de cabine.
In een kwart eeuw is de transportsector drastisch veranderd. „Een chauffeur reed in 1980 met techniek uit de jaren zeventig. Hij wist precies wanneer hij vertrok, maar nooit wanneer hij aankwam”, zegt Bert Roozendaal, hoofdredacteur van het jubilerende blad. „Het chauffeursbestaan was onzeker.”
„Een trucker trok de deur achter zich dicht, stopte onderweg bij het café van tante Nel en pikte even later een balletje bij tante Truus. Hij was baas in eigen buik. Niemand kon hem meer bereiken, tot het moment dat hij met zijn 270 pk rookwolken uitbrakend op de plaats van bestemming arriveerde en z’n baas opbelde.”
Het contrast is groot. De transportsector van vandaag de dag maakt gebruik van de modernste satellietgestuurde computervolgsystemen om vrachtwagens op elk moment van de dag te kunnen lokaliseren. De voertuigen hebben een metamorfose ondergaan. „Het comfort is nu vele malen groter dan in een personenauto.”
Ook de chauffeurs zijn veranderd, vertelt Roozendaal. „Vroeger was een trucker een cowboy met een grote schakelketting, hoge laarzen, een grote mond en een klein hartje. Een rouwdouwer.” De hedendaagse Nederlandse chauffeur heeft volgens hem een chauffeursopleiding achter de kiezen „die er niet om liegt.”
Met een mix van productnieuws, interviews, praktijktests en reportages brengt Truckstar de sector in beeld. „Wij kruipen bij de chauffeur in de cabine en schrijven door zijn ogen onze artikelen. De redactie stelt zich pal achter de chauffeur op. Wij laten hem niet vallen.” Dat betekent volgens hem niet dat het blad de transportwereld kritiekloos volgt. „Wij geven chauffeurs ook best op hun kop.”
De vrachtwagenchauffeur heeft het tegenwoordig bij problemen op de weg al snel gedaan, zegt Roozendaal. „Hij is nu eenmaal het grootste jongetje van de klas. Z’n omgeving is vaak een beetje bang voor hem. Wij willen laten zien waar transport voor nodig is. Iemand die om acht uur een brood bij de supermarkt koopt, staat er niet bij stil dat dat alleen mogelijk is omdat Jan de chauffeur om zeven uur dat brood daar heeft bezorgd.”
Truckstar is „een instituut” geworden, vindt de hoofdredacteur zelf. „Wij hebben meer invloed op onze doelgroep dan de vakbonden. Chauffeurs zeggen: „Als het in Truckstar staat, is het waar”. En zo is het ook. Als wij schrijven dat het bed in de Actros slecht is, dan is dat vervelend voor Mercedes-Benz, maar dan is het niet anders.”
Vrachtwagenfabrikanten nemen de kritiek van het blad serieus. „Na afloop van een testrit van een week naar Spanje staan er ingenieurs te wachten om onze ervaringen te noteren. Meestal volgt dan binnen een halfjaar een wijziging van het ontwerp.” Dankzij Truckstar? „Het is opvallend dat altijd die dingen worden veranderd waarop wij kritiek hadden.”
Truckstar, gegroeid van een kleine 20.000 abonnees in 1980 naar 52.000 op dit moment, ziet de oplage de laatste jaren „licht” teruglopen. De daling wordt veroorzaakt door een afname van het aantal arbeidsplaatsen in de sector, legt Roozendaal uit. Het aantal lezers is toch nog altijd zo’n 280.000. „Chauffeur word je nooit in je eentje. Het hele gezin moet daarachter staan. Het is een zwaar beroep.”
De kern van de doelgroep omschrijft de hoofdredacteur als „chauffeurs, mannen en vrouwen, tussen de 24 en 40 jaar, werkzaam in het professionele transport.” Daar komt een groot aantal monteurs, planners, schoonmakers, vakkenvullers en directeuren van transportbedrijven bij. „Plus een grote hoeveelheid schooljongens.”
Voor meer info: www.truckstar.nl.