Cultuur & boekengender
Ontsporing van Britse genderkliniek

In ”Time to Think” legt de Britse onderzoeksjournaliste Hannah Barnes een medisch schandaal bloot, waarbij kwetsbare tieners een levenslange prijs betalen. De ruim 450 bladzijden die Barnes schrijft, zullen internationaal gevolgen hebben voor de behandeling van jongeren met genderproblemen.

Tineke van der Waal
De Tavistock-genderkliniek in Londen. beeld Sky News
De Tavistock-genderkliniek in Londen. beeld Sky News

Onderwerp is de Tavistock-genderkliniek in Londen. Deze Gender Identity Development Service (GIDS) voor minderjarigen staat momenteel op het punt gesloten te worden, nadat de gerespecteerde kinderarts dr. Hilary Cass vorig jaar voor de Britse gezondheidsorganisatie NHS een vernietigend rapport schreef.

19294438.JPG
De Britse onderzoeksjournalist Hannah Barnes. beeld Twitter

BBC-onderzoeksjournaliste Hannah Barnes laat in ”Time to Think” zien hoe een aanvankelijk kleine, voorzichtig opererende genderkliniek uiteindelijk een onbekend aantal kwetsbare jongeren onzorgvuldig medicaliseerde. De omvang en gevolgen zullen pas over vele jaren duidelijk worden.

Barnes kreeg toegang tot duizenden pagina’s documenten, waaronder interne mails en ongepubliceerde rapporten, en voerde gesprekken met GIDS-artsen en beleidsmakers binnen Tavistock, met ouders en voormalige patiënten. Stap voor stap ontrafelt ze hoe de Londense genderkliniek –de enige voor kinderen in Groot-Brittannië– op een dwaalspoor terechtkomt en medische inzichten onder druk van de lhbti-lobby op de achtergrond raken. ”Time to Think” is verontrustend en aangrijpend, een waarschuwing voor alle genderklinieken, maar ook voor ouders en politici.

GIDS begint in 1989 als een kleine afdeling van een Zuid-Londens ziekenhuis met gesprekstherapie voor minderjarigen die zich niet identificeren met hun biologische geslacht (genderdysforie). De oprichter, Domenico Di Ceglie, ziet goede resultaten door kinderen en tieners te helpen zicht te krijgen op hun eigen, vaak complexe biografie. De psychiater en psychoanalyticus ziet dat 80 procent van de jongeren zijn onbehagen met het biologische geslacht overgroeit. Uiteindelijk zou ongeveer 5 procent transgender blijken te zijn; bij de anderen is vaak sprake van een homoseksuele geaardheid. Geen arts kan van tevoren de uitkomst voorspellen.

Vijf jaar later wordt de afdeling onderdeel van Tavistock, dé instelling voor gesprekstherapie. De behandeling verandert ingrijpend als rond 2000 het werk van het VU Medisch Centrum in Amsterdam internationaal aandacht en invloed krijgt, zowel in de medische wereld als bij voorstanders van transgenderisme. In 1998 maakte de Amsterdamse genderkliniek melding van een vrouwelijke patiënt, ”B”, bij wie op dertienjarige leeftijd de puberteit met medicatie is geblokkeerd, op zestienjarige leeftijd testosteron toegediend en op achttienjarige leeftijd de eierstokken en borsten zijn verwijderd.

Deze behandeling krijgt internationaal aandacht en gaat het ”Dutch protocol” of de ”Dutch approach” heten. Het idee om de puberteit over te slaan en zo te kunnen doorgaan voor het andere geslacht spreekt veel volwassen transgenders aan. En bovendien, B. raakt kennelijk de genderdysforie kwijt.

De resultaten van de Amsterdamse kliniek leiden tot toenemende druk op de Tavistock-kliniek om de behandeling minder conservatief te maken. Artsen en therapeuten vertellen Barnes dat de politieke druk van activistische groeperingen rond 2000 „verbazingwekkend” was, en druk van patiënten- en oudergroepen „behoorlijk zwaar” en dat dit het „erg moeilijk” maakte om vrij te denken.

Andere uitkomst

In 2011 gaat de Londense genderkliniek het ”Dutch protocol” zelf testen, met 44 zorgvuldig gescreende kinderen van twaalf tot vijftien jaar. Opvallend genoeg is de uitkomst anders dan in Amsterdam; bij sommige jongeren is sprake van zelfbeschadiging, suïcidale gedachten en geen positiever lichaamsbeeld; een deel is er zelfs slechter aan toe dan voorheen. GIDS ziet dus niet dezelfde resultaten als in Amsterdam, namelijk vermindering van de genderdysforie die ”time to think” –Barnes ontleent er de titel van haar boek aan– zou geven.

Bovendien wordt duidelijk dat alle jongeren die puberteitsremmers krijgen vervolgens overstappen op geslachtsveranderende hormonen, een behandeling met onomkeerbare gevolgen. Voormalig senior GIDS-arts Anna Hutchinson raakt door deze uitkomst gealarmeerd. „Het idee dat we bij het aanbieden van puberteitsremmers eigenlijk tijd om na te denken boden, werd volledig ontkracht”, vertelt ze Barnes. „Hoe groot is de kans dat 100 procent van de mensen die de tijd krijgen om na te denken, hetzelfde denkt?”

Toch worden de bevindingen binnen de kliniek nooit formeel besproken. Vroege behandeling met puberteitsremmers wordt op dat moment juist al op grotere schaal binnen de Tavistock-kliniek toegepast en ook leeftijdsgrenzen zijn opgeheven.

Lopendebandwerk

In korte tijd groeit het aantal Tavistock-patiënten snel. Verwelkomt de kliniek in 2009 nog 97 kinderen en jongeren, in 2016 gaat het om 1419 patiënten en in 2020 om niet minder dan 2500. De groep verandert ook van samenstelling. Niet langer zijn het vooral jongens die zich van jongs af aan niet met hun biologische geslacht identificeren, maar nu gaat het in twee derde van de gevallen om tienermeisjes die voor de puberteit geen genderproblemen kenden.

Met therapeuten die elk zeker honderd dossiers op hun bureau hebben, wordt een goede behandeling in Tavistock onmogelijk. „Het was voor sommige medewerkers overduidelijk dat de zaken bij GIDS veel ingewikkelder waren dan het beoordelingsproces toeliet”, schrijft Barnes. Ze geeft aan dat jongeren blij zijn met de zorg die ze kregen. Maar een onevenredig groot aantal gevallen is complex, met autisme, ernstige geestelijke gezondheidsproblemen, seksueel misbruik, afkeer van homoseksualiteit en zelfs identificatie met een andere etniciteit of ingebeelde of gemaakte ziektes. Hoe ingewikkeld de problematiek van de jongeren ook is, de Tavistock-kliniek gaat lopendebandwerk bieden, met twee mogelijke uitkomsten: puberteitsblokkers of niets. De afgelopen tien jaar kregen meer dan duizend kinderen puberteitsremmers, van wie sommigen niet ouder dan negen jaar.

Melkkoe

Barnes laat zien wat er gebeurt als vertegenwoordigers van een ideologie een gebied van de geneeskunde veroveren en kritische stemmen het zwijgen opleggen. Lhbti-organisaties hebben nauw –te nauw– contact met de Tavistock, met als gevolg dat genderideologisch gedachtegoed er gaandeweg meer gewicht krijgt dan wetenschappelijk betrouwbare medische gegevens. De artsen van de kliniek zijn bang om voor transfoob uitgemaakt te worden.

Daar komt bij dat niemand data over het effect van de behandeling bijhoudt. Als een kind eenmaal blokkers krijgt, worden zelden vervolgafspraken gemaakt. Ook van degenen die níét voor puberteitsblokkers kozen is onbekend hoe het met hen gaat. Puberteitsremmers en cross-seksehormonen zijn een ingrijpende behandeling –een arts vergeleek het met de impact van een chemokuur– maar het onthutsende is dat onbekend is of ze echt zinvol is.

Niet iedereen die Barnes heeft gesproken, beoordeelt de behandeling in Tavistock negatief. Toch komen door het boek heen GIDS-patiënten voorbij die iets van de prijs laten zien. Alex bijvoorbeeld, die met een dwangstoornis leeft en daardoor niet naar school kan en vijf douches per dag neemt. De GIDS-artsen negeren deze problemen en bieden hem hormonen. Of Harriet, die het betreurt dat ze de medische weg is opgejaagd, met een onomkeerbaar zware stem en geamputeerde borsten als gevolg.

Een andere belangrijke factor die Barnes naar voren haalt, is de rol van geld. De Tavistock-kliniek wordt de melkkoe van de NHS. Het groeiende aandeel in de NHS-inkomsten –van 5,9 procent in 2015/16 naar 28 procent in 2020/21– werkt verlammend; geen beleidsmaker durft kritisch naar de werkwijze van de kliniek te kijken.

Kritische stemmen

De Tavistock-kliniek is geen eiland. In alle westerse landen is het aantal jongeren met genderproblemen de laatste decennia explosief gegroeid en is het ”Dutch Protocol” de basis voor de behandelrichtlijnen geworden. Wereldwijd ervaren artsen en therapeuten druk van lhbti-organisaties en spelen financiële belangen. Toch zijn er meer en meer kritische stemmen te horen, ook omdat een groep jongeren inmiddels volwassen is en de geslachtstransitie betreurt, gekweld door de vraag: „Waarom heeft niemand doorgevraagd naar mijn echte problemen?”

De medische benadering van jongeren met genderproblemen komt wereldwijd onder vuur te liggen – te beginnen met de Britse Keira Bell, die in Barnes’ boek een plek krijgt omdat ze de Tavistock-kliniek eind 2020 voor de rechter daagde. In Australië, Finland, 
Zweden, Noorwegen en Frankrijk en een aantal Amerikaanse staten wordt het voorschrijven van puberteitsremmers inmiddels beperkt, mede vanwege nog onbekende lange-
termijneffecten. Meer en meer gaan stemmen op dat jongeren in een kwetsbare fase niet allereerst geholpen zijn met een medisch traject met onomkeerbare gevolgen, maar met psychologische begeleiding en een stabiele omgeving.

Time to Think. The Inside Story of the Collapse of the Tavistock’s Gender Service for Children, Hannah Barnes; uitg. Swift Press; 464 blz.; € 25,83

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer