Wat als de ”doemdag” inderdaad dichtbij is?
Het zorgde al voor schisma in de tijd van Paulus, en dat is nu niet anders. De vraag of de wereld rap naar zijn einde gaat steekt vandaag misschien wel sterker en breder de kop op dan ooit tevoren.
Nieuw is de vraag zeker niet. In het bijzonder in de breedte van de christelijke wereld bestaat een uitgebreide traditie van aankondigingen van het einde van de wereld. Die zijn even zo vaak onwaar gebleken, maar dat heeft mensen nooit weerhouden om nieuwe pogingen te doen.
Een van de eersten in de christelijke geschiedenis die de aankondiging van het laatste der dagen tot een hoeksteen van zijn theologie maakte, was Montanus, de 2e-eeuwse stichter van het montanisme. Dat montanisme dreef zo’n beetje op eschatologische verwachtingen. Montanus zag zichzelf als de „parakleet” en was ervan overtuigd dat het nieuwe Jeruzalem elk moment kon neerdalen in Frygië, in wat tegenwoordig Turkije is.
Hetzelfde gold voor de bekende kerkvader Tertullianus, die op het snijvlak van de 2e en 3e eeuw leefde en zich in zijn latere leven tot het montanisme bekeerde. Hij verwachtte dat het duizendjarig rijk en daarmee het begin van het einde zou aanbreken in het jaar 500.
Dit artikel zou te lang worden als ik hier nog anderen zou opsommen, maar wie geïnteresseerd is, doet er goed aan het zeer informatieve boek ”Dag noch uur” van J.W. Embregts te lezen. De auteur dook uitgebreid in de wereld van de eindtijdvoorspellingen en turfde er niet minder dan 1200.
Luther
Goed, ééntje nog dan. Wat te denken van Maarten Luther? Die heeft zich op verschillende malen uitgelaten over het einde van de wereld – al was hij de ene keer stelliger dan de andere keer.
Zo kwam hij met het jaar 1558 op de proppen, maar ook, opmerkelijk, met het jaar 2040. Dat laatste jaartal is vooral opmerkelijk omdat het zo ver bij zijn eigen tijd vandaan lag. Verreweg de meeste eindtijdvorsers houden het dichter bij huis.
Maar Luther is er niet de enige in. Isaac Newton, de bekende natuurkundige, dacht rond 1700 op basis van de getallen in het Bijbelboek Daniël eveneens aan onze eigen 21e eeuw. Volgens hem zou 2060 het jaar zijn van de wederkomst.
In onze tijd hebben Luther en Newton er op dit punt heel wat geestverwanten bij gekregen. Daar zitten obscure sekteleiders tussen, zoals twintig jaar geleden Heinrich van Geene en nog wat eerder Lou de Palingboer, maar ook serieuze theologen en Bijbelonderzoekers. Zo denkt het netwerk Ambassadors of Christ dat Christus terug zal komen bij het begin van het derde millennium na de kruisiging – dus zo ongeveer rond 2030.
Het Uur
Aan christenen die de wederkomst op zeer korte termijn verwachten is dus geen gebrek. Maar christenen hebben geen patent op de aankondiging van de jongste dag. Ook niet-christelijke eindtijdvoorspellingen zijn al eeuwenoud en ook sommige van die voorspellingen concentreren zich op onze tijd. Zo was er rond 2012 in new- agekringen veel ophef rond een beruchte Mayakalender, die stopte op 21 december 2012.
Hetzelfde geldt voor voorspellingen in de islamitische eschatologie, al nemen niet alle moslims die over. Er zijn ahadith (uitspraken en gedragingen toegeschreven aan Mohammed) die vermelden dat de islam een tijdsspanne heeft gekregen van 1500 jaar op aarde. Daarna zal het Uur komen, zoals dat heet in de islamitische eindtijdverwachting. Het Uur leidt de oordeelsdag in.
Op dit moment leven we in het islamitische jaar 1444, dus dat zou betekenen dat de oordeelsdag uiterlijk in 2079 plaatsvindt. Feit is dat grote oorlogen, en vooral de slepende oorlog in Syrië, door vele moslims worden gezien als een ”teken van het Uur”. Volgens islamitische overleveringen zal in de Levant (Groot-Syrië) de finale veldslag tussen moslims en ”Romeinen” (christenen) plaatshebben voordat het Uur aanbreekt.
Doomsday Clock
Kortom, allerlei religieuze bronnen (mits je meegaat in de bijbehorende specifieke uitleg) plaatsen het einde van de wereld grofweg in onze tijd. En het opmerkelijke is dat niet alleen religieuze bronnen dit doen, maar (en dat is tamelijk nieuw) ook volstrekt areligieuze activisten en wetenschappers.
Bekend is de ”Doomsday Clock”, die door zeer gerenommeerde wetenschappers in januari voor het laatst werd bijgesteld. Die klok staat nu op 90 seconden voor middernacht – en nooit eerder heeft de klok zo dicht bij een wereldwijde catastrofe gestaan. Volgens de betrokken wetenschappers komt dat door het enorme gevaar van nucleaire dreigingen, klimaatverandering, uitbraak van ziektes en ontregelende technologie. Het lijkt er dus op dat, wie je het ook vraagt, er een grotere eensgezindheid is over het naderende einde van de wereld dan ooit tevoren.
Appelboom
Toch zijn er ook verschillen. De Doomsday Clock biedt geen enkel perspectief op wat dán. De enige remedie is dat we er nu met z’n allen voor zorgen dat de wereld een veiliger plek wordt, zodat de klok weer wordt teruggedraaid.
Dat staat haaks op wat er in het Nieuwe Testament over de jongste dag wordt gezegd. Die teksten spreken over waakzaamheid, maar vooral over vertrouwen. Het eindigt met Johannes, die in Openbaring 22 uitroept: „Kom, Heere Jezus!” Dat is wat de Bijbel ademt: Christus’ komst betekent niet het einde, maar veeleer het begin.
Dus wat als het nu toch morgen zo ver is? Dan is vandaag, om een apocriefe uitspraak van Maarten Luther te citeren, nog altijd een prima dag om een appelboom te planten.
Journalist Jacob Hoekman speurt in de cultuurgeschiedenis naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws.