AkzoNobel ziet verkoop van zijn verf aantrekken
Verfproducent AkzoNobel zag de verkoop van zijn producten gedurende het eerste kwartaal van dit jaar aantrekken. De verkoop van verf van merken als Sikkens en Flexa lag wel lager dan in dezelfde periode een jaar geleden. Maar volgens AkzoNobel laat de Europese markt „veerkracht” zien en stijgt ook de vraag in China, een belangrijke afzetmarkt voor de producent.
Doordat AkzoNobel meer verf verkocht wist het bedrijf de omzet in de eerste maanden van 2023 met 5 procent op jaarbasis te verhogen, tot bijna 2,7 miljard euro. De gestegen omzet had ook deels te maken met de gestegen prijzen voor verf. Die gingen tot 7 procent omhoog, waarmee het bedrijf naar eigen zeggen de hogere kosten voor grondstoffen en transport kon compenseren.
Daarbij bleef een operationele winst, dus de winst gecorrigeerd voor onder meer belastingen, over van 182 miljoen euro. Dat is 22 procent minder dan in het eerste kwartaal van 2022.
Topman Greg Poux-Guillaume zegt dat er vooral in maart sprake was van een goede verkoop. Die maand is doorgaans belangrijk voor verfverkoop, „in aanloop naar het verfseizoen”. Voor april zal de verkoop echter wel lager uitvallen, denkt hij. „De verkoop van verf voor binnenshuis wordt niet aangetast, maar door het slechte weer de verkoop van buitenverf wel.”
Desondanks verwacht Poux-Guillaume dat de marges in de loop van dit jaar zullen verbeteren. „We hebben een sterke opeenvolgende verbetering gerealiseerd in onze winstgevendheid, op basis van solide margebeheer, betere volumes dan verwacht in Europa en een aantrekkende Chinese markt, wat zowel onze verf als onze lakken ten goede kwam”, geeft hij aan.
Maar er zijn nog wel altijd zorgen over de wereldwijde economische onzekerheden, waaronder de aanhoudende inflatie. Om de marges te verbeteren, doet het bedrijf aan kostenreductie. Bij de presentatie van de jaarcijfers gaf Poux-Guillaume al aan dat daarbij ook rekening wordt gehouden met banenverlies.
Om hoeveel banen van de in totaal bijna 35.000 banen het gaat, is nog niet duidelijk. Poux-Guillaume zegt nu dat er in ieder geval geen sprake zal zijn van massaontslagen, maar dat er aanpassingen worden gedaan op lokaal niveau. „Daarbij kan je denken aan het aanpassen van diensten of het sluiten van productielijnen. We willen de sociale impact in onze ongeveer zestig fabrieken zo klein mogelijk houden.”