Verzetsheld Zwartendijk krijgt alsnog hoogste onderscheiding
Verzetsheld Jan Zwartendijk, die in de Tweede Wereldoorlog in Litouwen duizenden Joden wist te redden, krijgt alsnog de hoogste onderscheiding daarvoor. Het kabinet vindt dat de voormalige consul voor zijn verdiensten het hoogste eerbetoon moet krijgen, zei minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) na de ministerraad. Daar was ook op aangedrongen door de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft het Kapittel voor de Civiele Orden voorgesteld om Zwartendijk de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon, in goud, te geven. De verdiensten van Zwartendijk zijn „zo uitzonderlijk” dat er een onderscheiding moet komen voor de verzetsman, zei Hoekstra. Ook in de hal van zijn ministerie komt een gedenkteken voor Zwartendijk en andere diplomaten die zich hebben ingezet voor Joodse vluchtelingen.
Zwartendijk verstrekte als consul zoveel mogelijk visa aan Joden om Europa te ontvluchten. Zijn acties kwamen hem na de oorlog op een reprimande van het ministerie van Buitenlandse Zaken te staan. Zwartendijk, die toen de oorlog begon in Litouwen voor Philips werkte, overleed in 1976. Vijf jaar geleden heeft het ministerie de nabestaanden van Zwartendijk al excuus aangeboden.
Met de beslissing wijkt het kabinet voor het eerst af van een besluit van de ministerraad uit 1951 om geen aanvragen voor onderscheidingen voor verzetsdaden begaan tijdens de Tweede Wereldoorlog meer in behandeling te nemen, schrijft Hoekstra aan de Kamer. De Erepenning in goud werd voor het laatst in 1964 toegekend. Sinds 1822 is hij 99 keer toegekend.
In de Tweede Kamer was Sjoerd Sjoerdsma (D66) een drijvende kracht achter de wens om Zwartendijk een onderscheiding te geven. „Helden als Zwartendijk belichamen idealen om na te streven. Het zijn rolmodellen aan wie wij ons kunnen spiegelen ten tijde van morele dilemma’s. Hij verdient deze erkenning”, aldus de D66’er.