Meebewegen met iemand met dementie is geen liegen
In vier van de vijf situaties krijgt iemand die lijdt aan dementie een ”nee” te horen. Dat geeft onzekerheid, onrust of zelfs agressie. De oplossing? „Beweeg mee. Zeg ja. Altijd.”
Aan het woord zijn Freya Flach en Hanneke van de Pol, die vanuit hun werk in de ouderenzorg de gevolgen van een haperend brein van binnenuit kennen. Intussen is hun werkveld wat verlegd en geven ze trainingen aan zorgmedewerkers en mantelzorgers. In hun vorige maand verschenen boek ”Zeg JA bij dementie” doen ze hun vanuit de praktijk geboren methode enthousiast en overzichtelijk uit de doeken.
Zo’n 800.000 mensen in Nederland verlenen mantelzorg aan iemand die lijdt aan dementie en dat zullen er in de toekomst zeker niet minder worden. Tel daar de zorgverleners nog bij op en het zal duidelijk zijn dat het boek, waarvan inmiddels al een tweede druk op de plank ligt, in een behoefte voorziet.
Beide dames keken de kunst af bij het improvisatietheater, waarin een script ontbreekt en meebewegen met de ander de norm is. Contact met de ander is dan van het allergrootste belang, net als bij ouderen met geheugenproblemen.
Dat wil niet zeggen dat het omgaan met mensen met dementie toneelspel is, benadrukken de auteurs. Zie het ook niet als liegen, benader het eerder als een communicatietechniek waarbij welbevinden vooropstaat.
Als voorbeeld noemen Flach en Van de Pol een oude vrouw die huilend zegt dat ze naar haar moeder wil. Je kunt dan het, volledig correcte, antwoord geven dat ze 88 is en dus geen ouders meer heeft. Dat zal niet helpen. Ze kan het geen plaats geven, want het is niet haar wereld. Het verdrietige gevoel dat de correctie opwekt, zal wel blijven hangen. Op dat moment is er geen ruimte meer voor echt contact.
Beter is het om in zo’n situatie in te gaan op het gevoel. Benoem dat je begrijpt dat ze haar moeder mist en dat ze wel een lieve moeder gehad moet hebben. En trek de conclusie dat het roepen om haar moeder voortkomt uit een gevoel van onveiligheid en verlangen naar geborgenheid.
Mensen met dementie leven in een andere werkelijkheid, benadrukken beide dames. Ze verkeren in het verleden, waarin een overleden dierbare er nog is. En de handtas die ze niet zien, moet wel gestolen zijn.
Ja zeggen en meebewegen is niet eenvoudig, erkennen de auteurs. Het betekent eigen planning loslaten en ingaan op de emotie achter de woorden. Dat continue schakelen en aanpassen kost energie, maar levert uiteindelijk een minder stroef contact op, waardoor dingen juist sneller gaan.
Improviseren is iets wat je kunt leren en oefenen. Het boek staat vol opdrachten die niet alleen laten zien hoe lastig, maar ook hoe leuk handelen zonder lang na te denken is. Neem de spelvorm waarin twee mensen een gesprek met elkaar moeten voeren met als enige beperking dat de volgende zin steeds met de laatste letter van de vorige zin moet beginnen. „Lust je koffie?” „Iedereen lust dat volgens mij.” „IJskoffie misschien, maar gewone koffie niet hoor.” Na een paar minuten valt er onherroepelijk een pauze en besef je dat je goed moe bent, maar ook weer een hele stap verder.
Mensen met dementie mijden vaak contact en nieuwe situaties. Ze zijn bang om fouten te maken en af te gaan en dat maakt onzeker. Laat ze als het even kan stralend falen, zeggen de oud-zorgmedewerkers. Luister voor de vijfde keer geduldig en geïnteresseerd naar hetzelfde verhaal, ook al is je eerste reactie om in te grijpen.
Daar raken de auteurs een gevoelig punt. Omgaan met mensen met dementie is een stap terug doen. Over je eigen schaduw heenstappen, misschien wel. Maar ook daarin tonen de dames begrip en invoelingsvermogen. Mantelzorgers en ook zorgverleners hoeven niet het onmogelijke van zichzelf te eisen en moeten vooral goed voor zichzelf zorgen.
En o ja, en als het echt niet anders kan, of de veiligheid is in het geding, dan mag je gewoon nee zeggen. Dat moet zelfs. Maar doe het zo min mogelijk.
Boekgegevens
”Zeg JA bij dementie”, door Freya Flach en Hanneke van de Pol; uitgegeven in eigen beheer; 188 blz.; € 22,50
www.zegjabijdementie.nl