Raad van State bezorgd dat overheid verwachtingen niet kan waarmaken
Het is zaak dat de overheid haar beleidsinzet voor de komende jaren heroverweegt. Regering en parlement moeten tot een scherpere focus komen op de probleemdossiers die zij ter hand willen nemen, de middelen en de keuzes.
Die oproep doet vicepresident Thom de Graaf van de Raad van State in het donderdag verschenen jaarverslag van de kabinetsadviseur.
De maatschappelijke opgaven waar de overheid voor staat zijn niet alleen urgent, maar ook ingewikkeld, schrijft De Graaf. In de jeugdzorg, in de bouw, bij de uitvoeringsdiensten, in de asielketen, bij de belastingdienst en bij de rechterlijke macht; overal is overbelasting en onderbezetting. Als de overheid meer belooft dan ze kan waarmaken, terwijl het gebrek aan slagkracht overal zichtbaar wordt, ondermijnt dat het vertrouwen van de burger in wat de overheid kan. En uitgerekend dat vertrouwen is essentieel voor het functioneren van de democratische rechtstaat, zo staat in het jaarverslag.
In het stuk krijgt het kabinet-Rutte IV een aantal handvatten mee, waarmee het de gewenste herbezinning kan vormgeven. Stel vaker prioriteiten, luidt een van de adviezen van de raad. Oftewel, zeg nee tegen maatschappelijke verlangens naar overheidsoptredens als die niet kunnen worden waargemaakt of slechts tegen een te hoge prijs. Het kabinet moet van de raad ook eerder en beter kijken naar wat uitvoeringsorganisaties aankunnen. Hen tijdig raadplegen tijdens het maken van nieuwe wetten mag „geen punt op een afvinklijstje” zijn. Behalve met de uitvoeringsorganisaties moet het kabinet ook tijdig overleggen met de provincies en gemeenten, aangezien die de wet veelal moeten uitvoeren. Uiteindelijk staan jongeren, woningzoekenden en asielzoekers niet bij het Rijk, maar bij de gemeente aan het loket, zo schrijft de raad.
Een ander advies, ook over het wetgevingsproces, luidt: Maak nieuwe wetten zo eenvoudig mogelijk. Nu gebeurt het nogal eens dat oppositiepartijen die bereid zijn een wet te steunen in ruil daarvoor wijzigingsvoorstellen mogen doen. De wet wordt dan verbouwd en vaak bemoeilijkt dat de uitvoering.
Dat de zorgen van de raad niet uit de lucht gegrepen zijn, bleek donderdag uit het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het SCP. Daarin komt naar voren dat het percentage Nederlanders dat zich ontevreden toont over de politiek in Den Haag is gestegen van 49 procent in het voorjaar van 2022 naar 60 procent in het afgelopen najaar. Het vertrouwen in de Tweede Kamer is in het najaar van 2022 gedaald naar 43 procent (was 52 procent), het vertrouwen in de regering naar 41 procent (was 50 procent).
Politici en met name de regering wordt vooral een gebrek aan daadkracht en visie verweten. Naast zorgen over de politiek zijn mensen ongerust over de immigratieproblemen, de stijgende prijzen en de stikstofcrisis.