Van Dijk (SGP) in Senaat: Verdedigers van ongeboren leven bijna gecriminaliseerd
Nederland moet afstand nemen van de druk vanuit de EU om abortus te willen zien als mensenrecht.
Die oproep deed SGP-senator Van Dijk dinsdag in de Eerste Kamer, tijdens de Europese beschouwingen met buitenlandminister Hoekstra (CDA).
Van Dijk vroeg de Senaat om per motie uit te spreken dat niet de EU, maar de EU-lidstaten bevoegd zijn op het terrein van het abortusrecht. De motie, die later in stemming komt, vraagt het kabinet in Europees verband „dienovereenkomstig” te handelen. Door te doen alsof abortus een mensenrecht is, worden de verdedigers van het ongeboren leven bijna gecriminaliseerd, zei Van Dijk in het debat. Hij noemde dat „een onthutsende omkering van de juridische en ethische werkelijkheid” en verwees daarbij naar de vormgeving van de Nederlandse abortuswet als een uitzonderingsbepaling binnen het strafrecht. De wet kent twee pijlers, aldus Van Dijk, namelijk de autonomie van de vrouw en de beschermwaardigheid van ongeboren leven.
Minister Hoekstra verklaarde er geen moeite mee te hebben als de Senaat de motie aanvaardt. Hij beaamde dat Nederland binnen de EU vrij is om het eigen beleid uit te dragen. „Ik herinner de heer Van Dijk er wel nadrukkelijk aan dat de dingen die onderdeel waren van zijn teleurstelling, ook onderdeel zijn en blijven van het Nederlandse kabinetsbeleid”, zei hij daarbij.
Voor de details verwees hij naar wat het kabinet onlangs met de Tweede Kamer wisselende over abortus, naar aanleiding van vragen van de SGP-Tweede Kamerfractie. In een Kamerbrief van Hoekstra en minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) viel onder meer te lezen dat geen toegang hebben tot „veilige abortus” volgens Nederland indruist tegen diverse mensenrechten. Over prolifeorganisaties schreven de twee dat de „druk” die zij uitoefenen op bestaande internationale afspraken ondermijnt wat er in de afgelopen jaren op het gebied van de mensenrechten is bereikt.