ABP en PGGM afwachtend voor 2005
De twee grootste pensioenfondsen van Nederland wisten afgelopen jaar hun dekkingsgraad fors te verhogen. ABP en PGGM verwachten dit jaar echter niet te veel van hun beleggingsopbrengsten.
Dat bleek woensdag uit de presentatie van de rendementen die beide pensioenfondsen het afgelopen jaar hebben behaald.
ABP waarschuwt dat de goede rendementen van de afgelopen twee jaar waarschijnlijk niet zullen doorzetten. Het grootste pensioenfonds van Nederland maakt zich zorgen over de tegenvallende kooplust, die vooral de economische groei in de Europese Unie beteugelt. Het economisch herstel zal wel doorzetten, verwacht ABP.
Het pensioenfonds voor ambtenaren rekent erop dat het rendement dit jaar onder de 7 procent zal blijven steken, het gemiddelde jaarrendement waar ABP naar streeft. PGGM doet nog geen concrete uitspraken over de beleggingsopbrengst die dit jaar wordt verwacht.
Afgelopen jaar hebben de beleggingen van ABP 18 miljard euro opgeleverd. Het pensioenfonds maakte een rendement van 11,5 procent, waardoor het vermogen steeg tot 168 miljard euro. PGGM behaalde een rendement van circa 11 procent en vergrootte zijn vermogen daarmee tot 59,9 miljard euro. Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) heeft over het afgelopen jaar ook een beleggingsrendement van 11,5 procent behaald.
De pensioenfondsen profiteerden van een sterk vierde kwartaal. Onder meer aandelen deden het goed in de laatste drie maanden van 2004. PGGM heeft ongeveer de helft van zijn geld in aandelen zitten, terwijl deze bij ABP bijna tweevijfde van de portefeuille beslaan.
Mede door het goede vierde kwartaal steeg de dekkingsgraad van de twee grote pensioenbeheerders. De dekkingsgraad van PGGM bedroeg bij de sluiting van de boeken 111 procent. Een jaar eerder was dat 105 procent. Bij ABP kwam de dekkingsgraad eind 2004 uit op 118 procent, tegenover 109 procent in het voorgaande jaar. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre een pensioenfonds aan zijn toekomstige verplichtingen kan voldoen.
De stijging van de dekkingsgraden is verder te danken aan de loonmatiging in 2004. Doordat de salarissen nauwelijks zijn gestegen, groeien ook de pensioenverplichtingen minder snel. „Samen met een sterk toegenomen vermogen heeft dat de dekkingsgraad verbeterd”, aldus J. Frijns, bij ABP verantwoordelijk voor het vermogensbeheer.
De zwakke dollar heeft PGGM en ABP geen parten gespeeld. Dat komt doordat beide pensioenfondsen hun valutarisico volledig hebben afgedekt. Ook dit jaar zullen ABP en PGGM die risico’s afdekken.