Ditmaal gaat het om een bedrag van 84,38 miljoen euro. In de periode tussen 1984 en 1999 heeft de Nederlandse vennootschap afspraken gemaakt met andere bedrijven over verdeling van de markt voor monochloorazijnzuur. Die substantie wordt toegepast bij het vervaardigen van onder meer wasmiddelen, lijmen, cosmetica, levensmiddelen, medicijnen, onkruidverdelgers en textiel. De betrokken ondernemingen onderhielden regelmatige contacten met elkaar en regelden onderling verkoopquota en prijsstijgingen.

Het Duitse Hoechst moet in deze zaak 74,03 miljoen euro betalen. Voor het Franse Atofina, een onderdeel van Total en inmiddels bekend onder de naam Arkema, is een sanctie vastgesteld van 58,5 miljoen. De drie fabrikanten namen aan het eind van de vorige eeuw gezamenlijk zo’n 90 procent van de Europese omzet van de genoemde stof van in totaal 125 miljoen euro voor hun rekening.

De Commissie heeft bij het bepalen van de omvang van de boetes meegewogen dat de concerns vrijwillig informatie hebben verstrekt. Op grond daarvan krijgt Akzo Nobel een korting van 25 procent.

Niettemin zet topman H. Wijers vraagtekens bij de „enorme hoogte” van de straf. De multinational voelt er zich „enigszins verongelijkt” over, laat hij in een reactie weten.

Wijers zegt tegelijk „het vroegere gedrag in het voormalige kartel te betreuren.” Hij is vastbesloten dit soort onaangename kwesties in de toekomst te vermijden.

De chemiegigant heeft in 2000 het toezicht op de naleving van de concurrentievoorschriften geïntensiveerd. Tevens werd toen een voorziening getroffen van 200 miljoen euro om voorbereid te zijn op mogelijke veroordelingen door de mededingingsautoriteiten. Halverwege vorig jaar is met het oog op de ontwikkelingen die zich in dat verband aftekenden, het bedrag van dat potje aangepast.

In december schreef Kroes voor Akzo Nobel al een boete uit van 20,99 miljoen euro. Toen betrof het kartelvorming in de sfeer van vitamineproducten die in diervoeding zitten.

De Nederlandse eurocommissaris benadrukte woensdag in een persbericht nog eens dat zij hard zal optreden. „Ik zal niet toelaten dat partijen de eengemaakte markt onderling opdelen en zo de klanten de voordelen waarop zij recht hebben, ontzeggen. De strijd tegen kartels is een van mijn topprioriteiten”, verzekert zij. Zij hoopt dat van de strenge aanpak een afschrikkende werking uitgaat.

De liberale politica kondigde verder aan dat zij een officieel onderzoek start naar financiële hulp van de overheid aan de Poolse autobouwer FSO, die voorheen de Polski-Fiat fabriceerde. Zij betwijfelt of een voorgenomen staatssteun van 135 miljoen euro voldoet aan de Europese richtlijnen op dit gebied. FSO, dat 3000 personeelsleden telt, kwam in 2000 zwaar in de problemen door het bankroet van het Koreaanse conglomeraat Daewoo, dat beschikte over een meerderheid van de aandelen.