Groen & duurzaamheidBijensterfte

Beroepsimkers in de knel

De beroepsimkers in Nederland lopen vast. Terwijl de vraag naar honingbijen groeit, nemen de mogelijkheden voor de instandhouding verder af. „We worden als een soort bio-industrie gezien. Er zijn straks te weinig bestuivers.”

Ad Ermstrang
15 April 2023 10:15Gewijzigd op 15 April 2023 10:28
Imker uit Tilburg voert zijn bijen bij. beeld ANP, Rob Engelaar
Imker uit Tilburg voert zijn bijen bij. beeld ANP, Rob Engelaar

Zeven jaar geleden sloeg een vijftiental beroepsimkers de handen ineen. Dat leidde tot de oprichting van de Beroepsvereniging van Nederlandse Imkers (BVNI). Het aantal leden is toegenomen tot een kleine twintig. De beroepsgroep is eigenaar van een kwart van de naar schatting 80.000 bijenvolken in Nederland. De overige kasten zijn in handen van de naar schatting 11.000 hobby-imkers. De leden van de beroepsvereniging bestaan uit verschillende groepen: bestuivers, vermeerderaars, honingproducenten, verkopers en honingverwerkers.

19233276.JPG
Maarten van Herwerden. beeld Maarten van Herwerden
Hun economisch belang wordt onderschat, benadrukt Maarten van Herwerden. Hij is medeoprichter van de vereniging en was tot voor kort al die tijd voorzitter. Hij gaf door ziekte die functie op, over zijn opvolger wordt nagedacht. Al meer dan tien jaar geleden werd volgens hem de omzet van de bijenteelt in een studie van de Wageningen Universiteit buiten en onder glas geschat op 18 miljoen euro. „Maar bijen staan aan de basis van een omzet van 3,8 miljard euro.” Vooral kassentelers zijn afhankelijk van de beroepsimkerij.

De imkers, die voor hun honderden bijenkasten in het voorjaar en de zomer geschikte plekken zoeken, lopen tegen steeds meer beperkingen op. Het meest in het oog springend is wel de discussie over het plaatsen van bijenkasten in en rondom de Biesbosch. Door de toename van de springbalsemien, die veel nectar bevat, is dit natuurgebied aantrekkelijk voor de beroepsimker. Staatsbosbeheer bestrijdt deze niet-inheemse plant om de monocultuur te doorbreken en de biodiversiteit te verbeteren. Bestuiving is in dat geval taboe, omdat het juist tot vermeerdering van de plant leidt.

Van Herwerden ziet de tendens om de honingbijen te weren bij alle beheerders van de natuurgebieden terug. Onderliggend speelt ook de niet wetenschappelijk beantwoorde vraag in hoeverre de honingbijen de solitaire bijen, die zich op speciale bloemen en plantjes richten, verdringen. Zelf is de beroepsgroep hier allerminst van overtuigd.

Parasiet

Het weren van de honingbijen uit (de omgeving van) Natura 2000-gebieden gaat stap voor stap. „Men wil nu naar vijf bijenkasten per vierkante kilometer, terwijl veel imkers er vijftig bij elkaar plaatsen. Als je die over een groot gebied moet gaan verspreiden, is het economisch niet meer haalbaar. Brusselse wetgeving, de toename van Aziatische hoornaars –grote wespen die nesten van honingbijen compleet verwoesten en opvreten– en het algemeen gevoel onder veel burgers dwingt de beroepsimker in het nauw. Ons bekruipt hetzelfde gevoel als veel boeren en vissers.”

Dat laatste is versterkt door de talrijke discussies over de teruggang van de bijenstand. „Het gebruik van gewasbeschermingsmiddel neonicotinoïden is lange tijd gezien als de belangrijkste boosdoener. Het is later verboden. Maar de sterfte onder bijenvolken is doorgegaan, vooral bij hobby-imkers. Iedere jaar duiken in het voorjaar berichten op over massale sterfte van bijenvolken.” Van Herwerden ziet een parasiet, de varroamijt, als een belangrijke oorzaak. „In combinatie met lange en warme zomers. Ook vorig jaar was de zomer erg lang. Het op een natuurlijke wijze bestrijden van de mijt met zuren luistert erg nauw. Daarvoor is een heel menu samengesteld, dat wordt aangepast als de zomer langer duurt dan verwacht. Veel hobbyisten weten of beheersen die aangepaste bestrijdingswijze niet. Dat verklaart de wintersterfte. In het begin lijkt het mee te vallen, doordat bijenvolken nog even opkrabbelen. Nu komen de berichten langzamerhand naar buiten. Ik verwacht dat zeker 30 tot 35 procent van alle volken het niet haalt. Bij de beroepsimkers is de sterfte heel beperkt.”

Ook de honingproducenten staan onder druk. „Door de invoer van goedkopere kunstmatige Aziatische honing.” De beroepsvereniging is in gesprek met Staatsbosbeheer en het Kenniscentrum Insecten van Naturalis over de toekomst van de sector. Binnenkort zal een beroep op de politiek worden gedaan. „De natuur heeft ons nodig. Anders moeten er straks bijenkasten uit Frankrijk worden gehaald of moet de tuinbouw zich behelpen met kunstmatig gekweekte hommels. Dat zal hogere voedselprijzen tot gevolg hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer