Randprovincies lieten duidelijk van zich horen
Het ongekende succes van de BBB bij de Statenverkiezingen heeft ongetwijfeld allerlei kanten. In de brief van het kabinet aan de Tweede Kamer van twee weken geleden werd onder meer gewezen op de kloof tussen stad en platteland en die tussen de Randstad en de buitengewesten.
Ook in een klein land als Nederland kunnen bepaalde regio’s zich achtergesteld voelen. Al in de zeventiende eeuw gaf het gewest Holland de toon aan. De andere gewesten moesten zich schikken. De verdediging concentreerde zich altijd op het westelijk deel van het land. Bij de Duitse inval in 1940 was dat niet anders.
Excentrisch
Politiek, economisch en demografisch ligt het zwaartepunt nog altijd in het westen. Amsterdam is de hoofdstad en Den Haag is het regeringscentrum. Wie een landkaart erbij pakt, ziet meteen hoe excentrisch ons regeringscentrum ligt. Aan de Noordzeekust. Verder naar het westen kun je niet. Nu zijn er meer landen waar de hoofdstad annex het regeringscentrum lang niet in het midden ligt. Kopenhagen ligt aan de grens van Denemarken. Washington ligt helemaal aan de oostkant van de VS. Dat heeft allemaal zijn historische achtergronden. Je verplaatst een regeringscentrum niet zomaar. Na de Duitse hereniging zijn er heel wat discussies geweest of Berlijn wel de plaats van Bonn moest overnemen.
Waar in Frankrijk Parijs het middelpunt is van alles, laat Nederland een gevarieerder beeld zien. Amsterdam is de hoofdstad en het financiële en culturele centrum. Vanouds ook de vestigingsplaats van landelijke dagbladen. Ook de nationale luchthaven bevindt zich daar. Den Haag is de regeringszetel en daarmee het politieke centrum van het land. Ambassades en allerlei internationale instellingen zijn daar gevestigd. Rotterdam is als grote havenstad economisch belangrijk. Utrecht is een belangrijk knooppunt voor het (spoor)wegverkeer.
Maar het is allemaal wel in het westen van het land. Daar zijn ook de meeste universiteiten. Gezien het sterk toegenomen aantal studerende jongeren en de bedrijven en instellingen die zich daar omheen vestigen, zijn die tegenwoordig van groot belang.
Uiteraard moeten we de betekenis van dit alles niet overdrijven. Nederland is en blijft een klein land en alles is in één dag te bereizen. Bovendien kent de digitale wereld geen afstanden. Niet voor niets spreekt men wel van de ”death of distance”: de dood van de afstand. Veel mensen kunnen tegenwoordig thuiswerken.
Toch laat de uitslag van de Statenverkiezingen van vorige maand zien dat de randprovincies anders zijn dan het westen. Overal werd BBB de grootste partij, maar de meeste aanhang had ze in provincies als Drenthe en Overijssel. Daar stemde een op de drie kiezers BBB. In de westelijke provincies was dat maar een op de zeven.
Nu lopen daar ook weer andere scheidslijnen doorheen. Het westen is meer verstedelijkt dan de randprovincies, al hebben die ook hun steden. In die steden deed BBB het minder goed. In de provincie Groningen stemde een op de vier kiezers BBB, in de stad Groningen maar een op de negen. In Overijssel kreeg zij een op de drie kiezers achter zich, in Enschede maar een op de vijf. In Gelderland kreeg ze een op de vier stemmen, in Nijmegen maar een op de veertien. Dat is nogal een verschil.
Randstadkabinet
Van betekenis is ook dat in het huidige kabinet de VVD en D66 de toon aangeven. Dat zijn allebei partijen die je eerder identificeert met de Randstad dan met de buitengewesten.
Daarentegen was het CDA tot in het begin van deze eeuw veelal de partij waar je niet omheen kon. Het CDA garandeerde de inbreng van de randprovincies in de landelijke politiek. De katholieke vleugel van het CDA was sterk in het zuiden en ook wel in het oosten van het land, al was de tijd voorbij dat in Brabant en Limburg meer dan 80 procent op de KVP stemde. De protestantse vleugel van het CDA had haar kiezersbolwerken in het noorden en in Zeeland, maar ook in Gelderland en Overijssel.
Bovendien vertegenwoordigde het CDA de agrarische wereld in Den Haag. Niet voor niets is de BBB na haar glorieuze verkiezingsoverwinning en de dramatische neergang van de christendemocraten wel aangeduid als de opvolger van het CDA, maar dan zonder C.
Elke regio telt
In ethisch en cultureel opzicht is het westen en zeker de Randstad moderner. Meer geseculariseerd, meer ”woke”. Weliswaar is de onkerkelijkheid in Nederland begonnen op het Friese en Groningse platteland. Dat is daar nog steeds te merken. En de vanouds rooms-katholieke regio’s buiten de Randstad zijn inmiddels ook in hoge mate ontkerstend. Maar er is altijd nog wel sprake van een verschil in tempo.
De grote steden in de Randstad zijn sterk geseculariseerd. Zestig jaar geleden hadden partijen die later het CDA zouden vormen in Amsterdam nog 14 van de 45 raadszetels en leverden ze de helft van de wethouders. Nu zit er nog één CDA’er in de Amsterdamse raad!
Hoe moet de Biblebelt in dit geheel geduid worden? Zuid-Holland was voor de SGP altijd een belangrijke provincie. Zelfs in Rotterdam was zij in de raad vertegenwoordigd. Dat is nu echt voorbij.
De Biblebelt bevindt zich met name aan de rand van het vanouds protestantse deel van Nederland. Dat valt niet helemaal samen met wat we de randprovincies noemden. Zo kent Zuid-Holland een heel aantal typische Biblebeltgemeenten.
In veel Biblebeltgemeenten is de agrarische sector nog van betekenis en zeker in SGP-kring zijn relatief veel mensen daarin werkzaam of hebben ze in ieder geval een agrarische achtergrond. Toch was de overloop naar de BBB heel beperkt. Men voelt wel een grote afstand tot het kabinet en de randstedelijke cultuur, maar die gaat veel verder en zit veel dieper dan voor de gemiddelde BBB-stemmer.
”Elke regio telt” is de titel van een adviesrapport aan de regering dat vorige maand verscheen. Dat is een zinvol uitgangspunt. Waarbij de bewoners van de randprovincies ook moeten bedenken dat je niet de voordelen van het wonen daar (rust, ruimte, lagere woningprijzen) als een vanzelfsprekendheid kunt accepteren en de nadelen (grotere afstanden, minder voorzieningen) zonder meer voor rekening van de overheid kunt brengen.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.