„We hebben de eerste stap gezet in een zeer belangrijk proces. Het is ongewoon dat landen zo snel tot een gemeenschappelijk besluit komen”, aldus Salvano Briceno, directeur van het VN-instituut voor internationale rampenbestrijding.

Er is een strak tijdpad uitgezet om het waarschuwingssysteem te realiseren. Binnen twaalf tot achttien maanden moet het technische gedeelte van het systeem functioneren. Twee tot drie jaar wordt uitgetrokken om de bevolking te instrueren hoe te handelen bij een ramp. Daarvoor ontwikkelen de VN speciale onderwijsprogramma’s. De organisatie zal ook mensen uit lokale bevolkingen opleiden tot experts in rampenbestrijding.

Inmiddels zegden verschillende landen geld toe om het systeem te kunnen realiseren. Zo stelt Japan 4 miljoen dollar beschikbaar en de Europese Unie 1,5 miljoen. „Het startkapitaal is er”, aldus Briceno.

Hoewel er gebruikgemaakt zal worden van de kennis van landen zoals Japan en de Verenigde Staten op het gebied van rampenbestrijding zullen de Verenigde Naties de leiding van het proces op zich nemen. Briceno gaf aan dat bij de ontwikkeling van het systeem ook de bestaande kennis die in de getroffen gebieden aanwezig is, gebruikt zal worden. „Het systeem uit het Pacifisch gebied kan niet zonder meer worden overgeplaatst naar de Indische Oceaan. Elke situatie vraagt een eigen benadering.”

De Japanse minister voor Rampenbestrijding, Yoshitaka Murata, zei dat zijn land graag kennis wil delen. „Elk menselijk leven is zo speciaal dat het niet verloren mag gaan. Het is goed om bij te dragen aan een betere wereld door geld, mensen en technologie beschikbaar te stellen.” Murata is deze week voorzitter van de VN top.

Briceno benadrukte donderdagmorgen dat de aandacht voor tsunami’s niet ten koste gaat van de bestrijding van andere rampen. „We zullen ons blijven concentreren op alle mogelijke natuurrampen.”