Nederlandse knowhow in vliegende flat
Een dubbele rij raampjes in de romp en een onwaarschijnlijke hoeveelheid stoelen aan boord. Airbus is apetrots op zijn nieuwe superjumbo. Meer dan 550 passagiers klikken straks tegelijk hun stoelriemen vast.
Na vijf jaar sleutelen is het grootste passagierstoestel ter wereld gereed. De ontwikkeling van de A380 heeft 12 miljard euro gekost, anderhalf meer dan was voorzien. Het nieuwe megavliegtuig kan 555 tot 800 passagiers vervoeren over een afstand van 15.000 kilometer. Begin volgend jaar neemt Singapore Airlines het toestel als eerste in gebruik.
De Europese vliegtuigfabrikant spaart kosten noch moeiten om „het vlaggenschip van de 21e eeuw” in de schijnwerpers te zetten. Met speciale chartervluchten laat Airbus 5000 genodigden, van wie 950 journalisten, uit alle hoeken van de wereld invliegen naar de assemblagefabriek in Toulouse. Zo’n technologisch hoogstandje presenteer je ook niet iedere dag.
De onthulling gaat gepaard met een grootse pr-show. In een immense, 46 meter hoge verduisterde hangar krijgen presidenten, pers en publiek een flitsende licht- en geluidsshow voorgeschoteld. En dan ineens is-ie er. Het doek valt en onverwacht staan de genodigden oog in oog met de imponerende luchtreus.
De blinkend witte romp schittert in de spotlights. Vier machtige motoren, een staart zo hoog als een kleine flat en vleugels met een spanwijdte van bijna 80 meter. Geen wonder dat bij Airbus de bloeddruk stijgt. Evenals bij aartsrivaal Boeing.
De Europese regeringsleiders Chirac, Blair, Schröder, Zapatero en Commissievoorzitter Barroso luisteren het spektakel op met ronkende toespraken. Zapatero ziet de A380 als „een monument van intelligentie”, Chirac noemt de onthulling „een succes” voor Europa. Premier Blair is trots op dit „meest opwindende vliegtuig” ter wereld, terwijl kanselier Schröder de bouw betitelt als „een triomf van de Europese wetenschap.”
Op de woorden is het nodige af te dingen. Toch zit er een kern van waarheid in. De verhoudingen in de wereld zijn sinds gisteren gewijzigd. Het grootste passagiersvliegtuig ter wereld komt niet langer uit de Verenigde Staten. Voor de Amerikanen is dat -na 35 jaar- even slikken.
In dat opzicht is de oplevering van de superjumbo een mijlpaal in de geschiedenis. Niet eerder heeft een vliegtuigfabrikant zo’n groot passagiersvliegtuig met twee verdiepingen op de markt gezet. Een dubbeldekker nieuwe stijl. Tien jaar geleden hield niemand het voor mogelijk dat er ooit een civiel toestel zou worden gebouwd dat eenderde groter is dan de grootste van dat moment, de Jumbo (747) van Boeing.
Airbus claimt aanmerkelijk betere prestaties neer te zetten dan zijn grote tegenstrever: het aantal passagiers dat in het vliegtuig kan is 35 procent groter dan in de 747, het brandstofgebruik 12 procent lager, het vliegbereik 10 procent hoger, de geluidsoverlast bij de start gehalveerd, terwijl de totale operationele kosten zo’n 15 tot 20 procent lager uitpakken.
Succes is echter niet bij voorbaat verzekerd. Airbus neemt behoorlijke risico’s door zo nadrukkelijk te kiezen voor maat XXL. Op het moment dat de reiziger de voorkeur geeft aan kleinere, comfortabele toestellen met directe point-to-pointverbindingen hebben de vliegtuigbouwers in Toulouse een redelijk probleem.
Airbus verkoopt zijn vlaggenschip als wapen in de strijd tegen congestie in de lucht. Met hetzelfde aantal vluchten kan een maatschappij meer passagiers vervoeren. Ook is het technologische hoogstandje effectief bij luchthavens die tegen de grenzen van hun groei aan zitten.
Het Europese vliegtuigbouwconcern voorziet de komende twintig jaar een groei in passagiersvervoer van 5 procent per jaar. Daarmee verdrievoudigt het huidige aantal reizigers. „De aanleg van extra start- en landingsbanen wordt met dit vliegtuig overbodig”, aldus topman Forgeard.
Airbus moet 250 toestellen verkopen om alleen al de 12 miljard euro ontwikkelingskosten terug te verdienen, meldt Forgeard. Op dit moment zijn 149 exemplaren verkocht, waarvan 27 stuks in vrachtuitvoering. Alleen Emirates al neemt 43 megatoestellen voor zijn rekening. De bedevaartgangers naar Mekka willen allemaal een zitplaats aan boord.
Elke luchtvaartmaatschappij mag zijn toestel naar eigen inzicht inrichten. Lufthansa, Qatar, Air France, Thai, Singapore Airlines, Emirates, Malaysian, Etihad, Virgin Atlantic, Korean en Qantas zeggen allemaal te kiezen voor veel comfort. Beenruimte is een hot item. Min of meer standaard zijn de stoelbedden in de First Class, maar ook een casino, bars of een restaurant zijn niet uitgesloten. De wildste plannen heeft Sir Richard Branson, de flamboyante eigenaar van Virgin Atlantic, de enige topman zonder stropdas.
Virgin laat zijn zes luchtreuzen geschikt maken voor 500 passagiers. Daardoor blijft er ruimte over voor een fitnesszaal, bars, een casino en dubbele ligbedden.
Londen, Singapore en Sydney mogen de superjumbo van Singapore Airlines het eerst bewonderen. Air France vliegt er straks mee van Parijs naar Tokio, Peking, Montreal en New York. De maatschappij heeft tien toestellen besteld, met een optie op nog eens tien. KLM is vooralsnog niet geïnteresseerd in zo’n grote kist. De A380 doet ons land daarom waarschijnlijk vooral aan in de vrachtuitvoering.
Toch heeft het vliegende flatgebouw zijn succes voorlopig voor een klein deel aan Nederland te danken. Achter de blinkend witte romp gaat Nederlandse knowhow schuil. Technologieconcern Stork en de TU Delft leverden -na tientallen jaren onderzoek- nieuw, geavanceerd plaatmateriaal. Van dit ”glare” is zo’n 450 vierkante meter in romp en vleugelranden verwerkt.
Zonder deze lichtgewicht panelen zou het toestel waarschijnlijk te zwaar zijn uitgevallen. Het Europese feestje is daarom ook een beetje een Nederlands feestje.