De Jonge maakt zich grote zorgen over terugvallende nieuwbouw
Woonminister Hugo de Jonge maakt zich grote zorgen over de terugvallende markt van nieuwbouwwoningen. De verkoop daarvan is het laatste kwartaal van vorig jaar gehalveerd ten opzichte van een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. „Ik maak me het meeste zorgen over de dip waar we tegenaan zitten te kijken. We zullen echt door die dip moeten heen bouwen”, zei De Jonge na afloop van de ministerraad.
Het euvel zit hem volgens De Jonge in de stijgende rente aan de ene kant, terwijl de woningprijzen niet zijn gedaald. De huidige rentestand „is helemaal geen gekke rente”, maar die is wel in korte tijd gestegen. „Dan krijg je een renteschok: zowel kopers als beleggers gaan op hun handen zitten.”
De rentestand is volgens De Jonge niet het probleem. Daar moet iedereen volgens hem zo snel mogelijk aan wennen. De vraagprijs voor nieuwbouwwoning moet omlaag, vindt de minister. Kopers zijn nu afwachtend en daardoor vallen nieuwbouwprojecten stil.
De komende jaren moet er wel enorm veel worden gebouwd, want „het grote woningtekort neemt niet zomaar af”. De Jonge wil dat er 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd tot 2030.
De minister wil nu nog niet toezeggen of er een doorbouwgarantie komt, waar bouwers en makelaars om vragen. Met zo’n doorbouwgarantie of startsubisidie zou al met de bouw begonnen kunnen worden als bijvoorbeeld 50 procent van de huizen in een project is verkocht. Nu is het gebruikelijk dat de bouw pas start als dit 70 procent is. Ook over de inzet van eventueel andere (financiële) instrumenten wil de minister nog niets zeggen. Dat kan volgens De Jonge marktverstorend werken. Ook wordt daarmee een verkeerd signaal afgegeven, vindt hij. Hij is wel bereid daarnaar te kijken.
Betrokken partijen, zoals projectontwikkelaars en bouwbedrijven, moeten niet achteroverleunen in de hoop en de verwachting dat de overheid „het gat” wel dicht, benadrukt De Jonge. „Je kunt dit niet met alleen geld vanuit de overheid oplossen. Er moet een correctie plaatsvinden op de prijs.”