Staatssecretaris Van Ooijen houdt bijeenkomsten over jeugdzorg
Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) houdt de komende tijd bijeenkomsten met ouders en instanties over hoe kinderen met problemen kunnen worden geholpen zonder een beroep te doen op de zwaar onder druk staande jeugdzorg. „Iedereen kan zich aanmelden, voor 25 april wordt de eerste georganiseerd. Ik ben benieuwd naar hun ideeën voordat ik met voorstellen kom”, zegt hij in een interview met het Algemeen Dagblad.
Volgens Van Ooijen kan niet alleen de overheid de problemen oplossen waarmee jongeren kampen. „We denken met zijn allen: als het niet goed gaat met onze kinderen, lost een professionele hulpverlener dat wel op. Maar dat kan helemaal niet altijd. We kunnen eenzaamheid niet verdrijven door onze kinderen op een cursus sociale vaardigheden te sturen, wat nu regelmatig gebeurt. Het leidt tot teleurstellingen. En het legt ook nog eens impliciet het probleem bij het kind: er is iets mis met jou.”
De staatssecretaris vindt dat er verandering moet komen in de wijze waarop wordt gedacht over het oplossen van jongerenproblemen. „We moeten onszelf als land de vraag stellen: waarom zijn zoveel jongeren gestrest en eenzaam, in plaats van altijd maar naar jeugdzorg te wijzen”, zegt hij tegen de krant.
Van Ooijen denkt dat stress en eenzaamheid beter bestreden kunnen worden door te investeren in plekken waar jongeren samen kunnen rondhangen. „Nu komen alle problemen op het bordje van jeugdzorg. Ook dingen die daar eigenlijk niet thuishoren. 25 jaar geleden kreeg 1 op de 27 kinderen jeugdzorg, nu is dat in sommige steden al 1 op de 6. Er is iets in onze samenleving geslopen, waar we het echt met elkaar over moeten hebben.”
Hij wijst erop dat veel gezinnen met opvoedingsproblemen kampen, mede door het hoge aantal scheidingen. „Daarnaast problematiseren we te snel. We moeten vaker accepteren dat opgroeien niet zonder tegenslag kan. Je kunt niet leren lopen zonder te vallen. En we moeten onze kinderen af en toe ook de ruimte geven om te vallen.”