Boa’s mogen geen geweld gebruiken op asiellocatie overlastgevers
Buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) mogen geen geweld gebruiken tijdens hun werk op de speciale opvanglocatie in Hoogeveen voor asielzoekers die veel overlast veroorzaken. Daardoor is niemand op de locatie nu bevoegd om geweld te gebruiken tegen de bewoners als de situatie daarom vraagt en dat brengt medewerkers in een problematische situatie, schrijft de Inspectie Justitie en Veiligheid in een brief aan staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel).
De boa’s op de opvanglocatie werken bij de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), die met name wordt ingezet om arrestanten, gedetineerden en vreemdelingen te vervoeren. Ze mogen wettelijk alleen geweld gebruiken in een gevangenis of een andere plek waar mensen van hun vrijheid zijn beroofd. De opvanglocatie in Hoogeveen is geen gevangenis. Daarom zijn de boa’s niet bevoegd om geweld te gebruiken. Fouilleren is ook niet toegestaan.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de DV&O moeten de opvanglocatie vanwege de genoemde problemen op een andere manier inrichten, luidt de opdracht van de inspecteurs. Ook moet Van der Burg ervoor zorgen dat op de locatie niet meer wordt gefouilleerd en er geen geweld meer wordt gebruikt.
In oktober kwam de Inspectie ook al met een kritisch advies. Toen bleek dat de woonbegeleiders vaak geweld gebruiken terwijl dat niet is toegestaan. Ze mochten zich alleen verweren als ze werden aangevallen. De inspecteurs stuitten evenwel op „talrijke voorbeelden” waarbij „disproportioneel geweld” is gebruikt. Het was nog niet duidelijk of de aanwezige boa’s wel geweld mochten gebruiken en daarom is hier vervolgonderzoek naar gedaan.
Door het advies gaat er een streep door afspraken van de politie met de DV&O en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waarin staat dat de boa’s wél geweld mogen gebruiken. De boa’s leken hierdoor toestemming te hebben om bijvoorbeeld bewoners naar de grond te werken tijdens onveilige situaties en om hen in de boeien te slaan. Wettelijk gezien hadden deze afspraken niet gemaakt mogen worden en bovendien is hier onvoldoende toezicht op gehouden volgens de inspecteurs.
De inspectie maakt zich daarnaast zorgen om de medewerkers van de COA en herhaalt een eerder verzoek om deze beter te ondersteunen bij hun „moeilijke taak”. Het is onduidelijk voor hen hoe zij de-escalerend kunnen optreden als de bewoners zich grensoverschrijdend of agressief gedragen.