Licht verlies op Amsterdamse beurs, Prosus grootste winnaar
De aandelenbeurs in Amsterdam is dinsdag met een klein verlies gesloten, waarbij beleggers richting zoeken nu het onduidelijk is welke kant het rentebeleid van centrale banken opgaat. Techinvesteerder Prosus was van de AEX-bedrijven de grootste winnaar. Betalingsverwerker Adyen en chipmachinefabrikant ASML stonden juist onderaan in de hoofdgraadmeter.
De centrale banken zijn al geruime tijd bezig om de inflatie te bestrijden met renteverhogingen. Door lenen duurder te maken, proberen de centrale bankiers de vraag in de economie af te remmen en zo de prijsstijgingen te beteugelen. De recente ontwikkelingen in de bankensector zullen mogelijk ook leiden tot strengere kredietvoorwaarden voor huishoudens en bedrijven doordat banken voorzichtiger zijn geworden. De centrale banken zouden daardoor mogelijk eerder kunnen stoppen met het opschroeven van de rente.
De AEX eindigde 0,3 procent lager op 733,81 punten. De MidKap verloor ook 0,3 procent, tot 915,13 punten. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs wonnen tot zo’n 0,2 procent.
Prosus steeg bijna 4 procent. Het Chinese internet- en gamesbedrijf Tencent, waarvan Prosus grootaandeelhouder is, klom in Hongkong ruim 4 procent. De banken ING en ABN AMRO stegen respectievelijk 0,4 procent en 1,7 procent. Ook olie- en gasconcern Shell stond met een plus van 1,6 procent bij de winnaars. Adyen en ASML daalden tot 4 procent.
Bij de kleinere bedrijven op het Damrak was Ebusco een opvallende winnaar met een plus van 6 procent. De fabrikant van elektrische bussen en laadsystemen heeft een contract ontvangen van Zero Emission Services (ZES) voor de levering van twintig mobiele energiecontainers.
Onward kwam met jaarcijfers. Het medisch technologiebedrijf zag het nettoverlies afgelopen jaar iets afnemen en verwacht dit jaar nog belangrijke onderzoeksresultaten bekend te kunnen maken. Het aandeel werd bijna 1,8 procent lager gezet, maar maakte veel van zijn verliezen eerder op de dag goed.
De euro was 1,0844 dollar waard, tegen 1,0784 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,1 procent meer op 73,59 dollar. Brentolie werd ook 1,1 procent duurder, op 78,95 dollar per vat.