Prijswinnaar Noah de Jong: Niet eerder was een hoofdpersoon zó anders dan ik ben
Noah de Jong (2001) uit Utrecht studeert geschiedenis, maar schrijft ook graag fictie. In haar verhaal ”Het begin” combineert ze beide interessegebieden. En met succes.
De jury van de schrijfwedstrijd ”Schrijf geschiedenis” bekroonde dit verhaal met de eerste prijs.
De inzending van De Jong gaat over een vader die zijn kind in de armen houdt en dan in gedachten teruggaat in de tijd, naar de geschiedenis van zijn ouders in Nederlands-Indië. Zowel de Tweede Wereldoorlog als de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1947-1949) speelt een rol. De jury was erg enthousiast over het verhaal: „Hier is een auteur aan het woord die niet alleen fraaie zinnen kan schrijven en beeldend een verhaal kan vertellen, maar die zich tegelijk ook diepgaand wil bezinnen op de betekenis van wortels, afkomst, cultuur en geschiedenis.”
Lees hier het winnende verhaal
Hoe kwam je erbij om juist dit verhaal te gaan schrijven?
„Een paar dingen speelden daarbij een rol. Het beeld van de vader die zijn kind vasthoudt, komt uit mijn eigen leven. In juni werd een nichtje geboren. Toen ik het meisje voor het eerst in de armen mocht houden, ging ik nadenken over dat nieuwe leven. Het heeft bescherming nodig, het is zo kwetsbaar. Dat raakte me diep. Hoe moet dat dan wel niet zijn als het je eigen kind is?
Vanaf september maakte ik tijdens mijn studie een uitstapje naar de Schrijfacademie van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Bij ”Multatuli Multicultureel” deden we aan literatuuranalyse en werd onder meer de ”Max Havelaar” behandeld. In de beslotenheid van de werkgroep vertelden twee mensen hoe ze worstelden met hun verleden.
Een jonge vrouw had Indische wortels, maar wist niet goed of ze zichzelf wel als Indische kon beschouwen. Een andere student worstelde met het gegeven dat zijn opa had gediend in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Beiden waren bezig om de pijn van het verleden te verwerken – wandaden, het slachtofferschap.
Deze verhalen troffen me heel erg. Ik dacht: wat als de beide mensen nu één persoon zouden zijn? Want in de geschiedenis van Nederlands-Indië komt het vaak voor dat in één familie beide kanten aanwezig zijn. Toen was daar opeens de openingszin van een verhaal: „Ik heb twee kleuren bloed, maar ben nergens thuis.” Daar wilde ik iets mee gaan doen en ben toen maar gaan schrijven. De zin is inderdaad in het verhaal terechtgekomen, zij het niet als beginzin. Ik was er dus al mee bezig voordat de wedstrijd ”Schrijf geschiedenis” werd uitgeschreven.”
Heeft Nederlands-Indië je speciale belangstelling?
„Ik studeer geschiedenis van de internationale betrekkingen; het gaat in deze studie vaak over de grote conflicten die er wereldwijd zijn geweest. De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog kwam zodoende ook ter sprake. Veel Nederlanders weten maar weinig van de achtergronden van dit conflict, terwijl het alles te maken heeft met wat we als land zijn; er gebeurden in die tijd verschrikkelijke dingen die nog steeds doorwerken. Daar wilde ik graag iets mee doen.”
Hoe verliep het schrijfproces?
„Dat was heel intensief. Ik heb nog nooit een verhaal geschreven waarin de hoofdpersoon zó verschilde van mijzelf. In mijn eerdere verhalen ging het veel meer over mezelf en over de huidige tijd. De hoofdpersoon van ”Het begin” is een man en hij heeft een totaal andere culturele identiteit dan ik heb. Ik vond het een uitdaging om het verhaal vanuit het perspectief van zo iemand te schrijven en zijn gedachten en gevoelens weer te geven. Juist omdat ik zo diep in mezelf moest graven om het verhaal van de ander eruit te krijgen raakte dit me nog meer dan mijn andere verhalen. Ik zat er op een gegeven moment zo in dat ik mezelf bijna kwijtraakte.”
Was je verrast dat je de eerste prijs had gewonnen?
„Ik had het verhaal eerst laten lezen aan mijn moeder en toen ook aan mijn vader. Zij vonden het allebei heel mooi. Mijn vader zei: 18 maart gaan we naar de prijsuitreiking in Gouda. Maar familieleden zijn natuurlijk niet helemaal onbevooroordeeld. Omdat ik ook onderwijsassistente ben op het Van Lodensteincollege in Amersfoort, liet ik het verhaal nog aan een collega lezen. Hij zei beslist: Dit is het winnende verhaal. En hij kreeg gelijk.
Zelf was ik best tevreden over wat ik had geschreven, ook toen ik het na enige tijd nog eens herlas. Veel dingen waarover ik nadenk, hebben onbewust een plek in het verhaal gekregen. Ik was er ook wel trots op, maar ik wist natuurlijk niet of het goed genoeg was om de wedstrijd te winnen.”
Als prijs kreeg je onder meer de illustraties die tekenaar Roelof Wijtsma bij je verhaal maakte. Hoe vind je ze?
„Ze passen heel mooi bij het verhaal dat ik heb geschreven. Roelof Wijtsma heeft precies in beeld weten te vangen wat ik in mijn verhaal heb geprobeerd onder woorden te brengen: Susila met haar sarong, de twee bomen waarvan de wortels in elkaar vervlochten zijn geraakt en waartussen een kleine figuur gevangenzit. Heel knap.”
Wat betekent deze prijs voor je?
„Ik ben er heel blij mee. Ik heb meer verhalen geschreven, maar droom er al langer over om nog eens een keer een boek te gaan schrijven. Dankzij deze prijs zie ik daar nu wel mogelijkheden voor. Maar daar ga ik eerst verder over nadenken.”