Opiniecolumn gezondheid en psychologie

Huilen om het lijden van de onschuldige schepping

De afgelopen dagen stonden weer bol van de verkiezingsretoriek. In oneliners en slogans werden stellingen ingenomen en begon van beide zijden de monoloog. Opmerkelijk eigenlijk hoe weinig mensen echt in contact zijn met elkaar, hoe weinig gepeild wordt wat de collega-politicus motiveert, waar zijn of haar hart ligt. En om er nu zelf maar meteen een stelling in te gooien: hoe minder er sprake is van écht contact, hoe groter de polarisatie.

Ewoud de Jong
21 March 2023 21:25Gewijzigd op 6 April 2023 14:24
„Ik herinner mij als kind gehoord te hebben van protestantse vromen die momenten van diep schuldbesef en zondelast ervoeren over het lijden van een dier, het zuchten van de schepping.” beeld iStock
„Ik herinner mij als kind gehoord te hebben van protestantse vromen die momenten van diep schuldbesef en zondelast ervoeren over het lijden van een dier, het zuchten van de schepping.” beeld iStock

Het bekende spotje van de VVD met agressieve protesteerders: „Zij gaan stemmen, u toch ook?” spreekt in dit opzicht boekdelen. Met écht contact bedoel ik trouwens díe houding van openheid en ontvankelijkheid voor de ander die ertoe kan leiden dat je tot andere inzichten gebracht wordt. Met andere woorden: écht luisteren naar elkaar. Nu is het in campagnetijd natuurlijk helemaal niet de bedoeling dat je tot andere inzichten komt, want je wilt je punt maken. Daar gaat een verkiezingsdebat juist over. Echter, je betaalt er een grote prijs voor!

Polarisatie is namelijk een destructieve kracht: ze ondermijnt het onderling vertrouwen, ze trekt zich terug in het bastion van gelijkgezinden, wat ertoe leidt dat het eigen gelijk meer en meer bevestigd wordt. En ze leidt niet zelden tot vormen van geweld. Polarisatie verdeelt een samenleving, de ander verandert van medeburger tot vijand. En naast de agressie regeert de angst, angst vóór die ander.

Het is een verleiding om meewarig op afstand naar het spektakel van verkiezingsretoriek te kijken en je vervolgens hoofdschuddend terug te trekken in je eigen bubbel. Je handen in onschuld wassend, want jij doet tenminste niet mee, jij polariseert niet. Jij keert je af van het nieuws, gaat lekker in de tuin werken, achter de computer hangen of je mee laten voeren in verstrooiing.

Vanuit de kerk van het Oosten klinkt echter een alarmerende boodschap die onze zelfgenoegzaamheid ontregelt: „Waar het in het christelijk leven om draait is metanoia: bekering, boete, berouw.” Wij kozen lang geleden immers voor het wantrouwen: „Is het niet dat God gezegd heeft?” Dat in de gepolariseerde samenleving een ander mij vreest, daagt mij uit tot berouw. En voor mij nog wat dichterbij: dat de ander vreest mij te ontmoeten in de spreekkamer, daagt mij ook uit tot berouw! En nog ietsje verder: zelfs het feit dat de natuur pijn en dood kent, waar u en ik persoonlijk niets aan kunnen doen, moet ons tot berouw brengen. Want wij delen allen in de val van Adam en slagen er niet in de schepping in gemeenschap met God te brengen. „Alle heiligen huilen om het lijden van de onschuldige schepping”, leert ons de oosters-orthodoxe theoloog Zizioulas.

Ik hoor het u al zeggen: Kan het niet een onsje minder? Is dit niet wat overdreven? Of, met een zucht van opluchting een uitweg ontdekkend: gelukkig zijn wij niet orthodox! En weg zakt de spanning. Toch herinner ik mij als kind, opgroeiend in de bevindelijk gereformeerde traditie, gehoord te hebben van protestantse vromen die momenten van diep schuldbesef en zondelast ervoeren over het lijden van een dier, het zuchten van de schepping.

Tegenwoordig hoor ik hier niet veel meer over. Al snel gaat het over het uitzien naar een toekomst waarin ook de schepping verlost zal zijn, de leeuw en het lam het samen goed hebben. De keerzijde van dit accent op de toekomst is dat in het kielzog van het schuldbesef ook onze verantwoordelijkheid uit het zicht en de beleving raakt. De heiligen huilen niet alleen, maar nemen ook hun verantwoordelijkheid voor de schepping, als medeschepsel. Niet als heerser en onderwerper, maar als priester.

Als mensenkind ben ik diep verbonden met de ritmes van het leven, de wisseling van dag en nacht, van zaaiing en oogst, van zon en regen, van droefheid en vreugde, van lijden en heling, van schuld en vergeving. Mogelijk dat hier in priesterlijke bewogenheid een plaats van ontmoeting ontstaat. Tussen boeren, burgers en buitenlui.

Van polarisatie naar berouw, priesterlijke bewogenheid en écht contact.

Veni, creator Spiritus.

De auteur is psychiater.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer