Energiebedrijf RWE werkt aan lng-terminal Oostzee, ondanks kritiek
Het Duitse energieconcern RWE is bij het eiland Rügen begonnen met de voorbereidingen voor de bouw van twee terminals voor de import van vloeibaar gemaakt aardgas (lng). De afgelopen tijd leverde die bouw veel kritiek op, onder meer van de Duitse milieuorganisatie Deutsche Umwelthilfe (DUH).
Een woordvoerder van RWE laat aan persbureau DPA weten dat het om „slechts verkennende” werkzaamheden gaat. Die worden uitgevoerd door twee schepen. „Het is gebruikelijk bij offshore projecten dat een zorgvuldige inspectie van de zeebodem en de ondergrond wordt uitgevoerd”, aldus de zegsman. Volgens hem is daarbij al munitie uit de Tweede Wereldoorlog gevonden.
Met de terminals kan geïmporteerde lng worden omgezet naar aardgas dat geschikt is voor het Duitse gasnet. DUH heeft met een rechtszaak geprobeerd de bouw te voorkomen. De milieuorganisatie was het met name niet eens met de goedkeuring voor de aanleg van een kilometerslange verbindingsleiding die daarvoor nodig is.
Die leiding met een lengte van 38 kilometer komt te liggen tussen het Noord-Oost Duitse kustplaatsje Lubmin en het daarboven gelegen eiland Rügen. Het project zou „een enorme bedreiging” vormen voor de Oostzee en omliggende beschermde natuurgebieden, en bijvoorbeeld ook voor zeevogels. Daarbij vreest de DUH voor de gevolgen voor het toerisme op Rügen.
Niet alleen DUH is kritisch, ook de lokale deelstaatregering van Mecklenburg-Voor-Pommeren heeft zich uitgesproken tegen het project, dat wordt uitgevoerd in opdracht van de landelijke overheid. Premier Manuela Schwesig heeft de Duitse regering herhaaldelijk opgeroepen om een alternatief te zoeken.
Tot het uitbreken van de oorlog in Oekraïne was Duitsland voor ruim de helft van zijn gasleveringen afhankelijk van Rusland. Vloeibaar gemaakt aardgas (lng) uit onder meer de Verenigde Staten en Qatar moet dit vervangen, waardoor Duitsland minder afhankelijk wordt van Rusland.