Oud-premier Pakistan toch niet gearresteerd na uitstel rechtszaak
Imran Khan, die in april vorig jaar na een motie van wantrouwen werd afgezet als premier van Pakistan, ging ervan uit dat hij zaterdag gearresteerd zou worden nadat hij zich had moeten melden bij de rechtbank. Maar de rechter trok juist zijn arrestatiebevel in en stelde de hoorzitting uit tot 30 maart.
De ex-premier, een voormalig cricketkampioen, moet zich voor de rechtbank verantwoorden voor giften die hij tijdens zijn ambtsperiode heeft ontvangen en illegaal zou hebben doorverkocht. Zelf weerlegt Khan die aantijgingen en claimt hij dat politieke tegenstanders hem willen verhinderen om mee te doen met de verkiezingen in oktober van dit jaar.
Ongeveer 4000 aanhangers van Khan hadden zich bij de rechtbank verzameld in de hoop een arrestatie nog te kunnen voorkomen. De chaos leidde ertoe dat Khan zelfs niet uit de auto raakte om de rechtbank binnen te gaan. Hij had 300 kilometer afgelegd van zijn huis in Lahore tot de rechtbank in hoofdstad Islamabad. De rechter oordeelde desondanks dat Khan formeel ‘aanwezig’ was bij de zitting.
De voorbije dagen was het al meermaals tot aanvaringen gekomen tussen de politie en aanhangers van Khan. De politie wilde de ex-premier eerder arresteren omdat hij toen niet was komen opdagen voor een zitting in de rechtbank. Maar duizenden aanhangers van Khan hadden zich rond diens villa verzameld, zodat de ordediensten er niet binnen konden.
Khan geniet ondanks zijn afzetting in 2022 nog altijd veel steun onder de bevolking. Hij houdt al maanden grote bijeenkomsten en eist vervroegde verkiezingen om de macht weer terug te krijgen. Die rally’s lopen geregeld uit op geweld en eind vorig jaar werd Khan zelfs in zijn been geschoten door een tegenstander.