Senaat stemt in met invoering Omgevingswet op 1 januari
De Eerste Kamer heeft ermee ingestemd dat de Omgevingswet per 1 januari volgend jaar ingaat. Daarmee komt een einde aan het langslepende traject van de wet.
Bij de hoofdelijk stemming waren 41 senatoren voor en 29 tegen. De fractie-Nanninga hielp de coalitie aan een meerderheid. Vooral linkse partijen waren tegen: zij maken zich zorgen over de deugdelijkheid en uitvoerbaarheid van de wet.
In 2016 werd de wet al aangenomen door de Eerste Kamer, maar de invoering werd meerdere keren uitgesteld. Onder meer de complexiteit van de wet, de coronacrisis en ICT-problemen stonden de invoering in de weg.
De Omgevingswet is bedoeld om tientallen wetten en regels voor ruimtelijke ordening te bundelen, zodat het makkelijker wordt om bijvoorbeeld een bouwvergunning te krijgen. Dit moet via een digitaal loket. Het was lange tijd de vraag of dit systeem stabiel en/of veilig genoeg was.
Maar provincies, gemeenten en waterschappen, die met het stelsel moeten werken, vinden de invoering per 1 januari verantwoord. Eerder dit jaar schaarden zij zich achter dit voorstel van minister Hugo de Jonge (Ruimtelijke Ordening) en maanden de politiek snel duidelijkheid te geven. Volgens hem kunnen overheden en het bedrijfsleven „nu definitief hun organisatie en werkprocessen inregelen voor een zo adequaat mogelijke dienstverlening aan het bedrijfsleven en de bouwconsument”.
De Raad van State uitte zich recent nog steeds bezorgd over het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). De raad vreest dat het systeem niet genoeg is getest op gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid. Ook de partijen die tegenstemden zijn bang dat de wet tot problemen leidt. De Partij voor de Dieren spreekt van een „onwerkbare wetgevingsbom” die „van geen kant deugt”.