Regionale banken kelderen op terughoudend Wall Street
De kleinere regionale banken in de Verenigde Staten gingen maandag hard onderuit op de aandelenbeurzen in New York. De onrust rond de omgevallen Silicon Valley Bank (SVB) hield de beurshandel in de greep. De Amerikaanse autoriteiten hebben ingegrepen en garanderen dat alle klanten van SVB hun tegoeden terugkrijgen. Maar beleggers lijken er niet van overtuigd dat met de maatregelen een verspreiding van de financiële problemen bij SVB naar andere banken zal worden voorkomen.
Zo kelderde de kleinere First Republic Bank 64 procent, ondanks dat de bank juist de zorgen over zijn financiële situatie bij beleggers probeerde weg te nemen. Verschillende analisten verlaagden echter hun advies voor de bank. Branchegenoten als PacWest Bancorp en Western Alliance Bancorp verloren tot bijna 75 procent. Charles Schwab en Zions Bancorp zakten tot 39 procent.
De Amerikaanse autoriteiten grepen ook in bij Signature Bank en sloten de wankele cryptobank uit New York. De klanten van deze bank krijgen eveneens al hun tegoeden terug. Daarnaast krijgen alle banken extra toegang tot contant geld bij de Federal Reserve. Daarmee wil de centrale bank voorkomen dat banken gedwongen worden om staatsobligaties met verliezen te verkopen als klanten hun tegoeden opeisen.
De maatregelen leken aanvankelijk te zorgen voor koersherstel bij de grote Amerikaanse banken, die vrijdag werden meegesleurd door de val van SVB. JPMorgan Chase, Bank of America en Wells Fargo gingen toch verder omlaag en daalden tot bijna 7 procent.
De problemen in de bankensector wakkerden wel de hoop aan dat de Fed mogelijk wat gas terug zal nemen met het verder verhogen van de rente. Zakenbank Goldman Sachs verwacht zelfs dat de Fed later deze maand helemaal zal afzien van een verdere verhoging van de rente vanwege de onrust in het bankensysteem. Door de snelle en stevige verhogingen van de rente zou de SVB namelijk in de problemen zijn gekomen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,5 procent lager op 31.746 punten. De brede S&P 500 daalde 1,1 procent tot 3818 punten en techbeurs Nasdaq verloor 1,1 procent tot 11.020 punten. In verband met de zomertijd in de VS gaan de Amerikaanse beurzen de komende twee weken een uur eerder open en dicht.
De euro was 1,0706 dollar waard, tegen 1,0664 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie zakte 4,2 procent in prijs tot 73,47 dollar. Brentolie kostte 3,7 procent minder op 79,74 dollar per vat.