Politie: opvragen data familie demonstranten is vreemd
Dat de politie gegevens van familieleden van demonstranten zou opvragen, is vreemd. Dat zegt een woordvoerder van de korpsleiding vrijdag in een reactie op berichtgeving van dagblad Trouw, dat samen met onderzoeksplatform Investico en De Groene Amsterdammer inzage kreeg in persoonlijke dossiers van demonstranten.
De drie partijen hadden met medewerking van activisten inzage in de overzichten van 67 activisten uit de antiracisme- en klimaatbeweging, maar ook van coronademonstranten en antifascisten. Daaruit zou blijken dat de politie voortdurend persoonsgegevens vordert van demonstranten, zoals hun adres, burgerservicenummer en geboortedatum.
De woordvoerder van de korpsleiding zegt hierover vrijdag dat de politie in de aanloop naar evenementen probeert een beeld te vormen van onder meer wie er gaan komen, wat ze gaan doen en hoe groot een evenement gaat worden, om daarop de eigen capaciteit te kunnen afstemmen. „Als mensen iets van plan zijn te doen wat niet mag, zoals het bezetten van een snelweg, of als ze zich ergens aan willen vastlijmen, dan gaan we kijken wie dat zijn”, aldus de zegsvrouw, die benadrukt dat de politie slechts de gegevens raadpleegt.
Dat gebeurt bijvoorbeeld bij mensen die online melden ergens naartoe te gaan. „Dan willen we weten: is dat een echte persoon? Als dat zo blijkt te zijn op basis van die persoonsgegevens, en zo iemand blijkt nooit eerder iets te hebben gedaan, dan blijft het daar bij. Maar het kan ook iemand zijn die eerder bijvoorbeeld geweld heeft gebruikt. Dan kijken we verder.”
Trouw schrijft vrijdag echter dat ook data van familieleden van demonstranten worden opgevraagd. Dat zou gebeuren als die demonstranten eerder schuldig waren aan bijvoorbeeld ernstige verstoringen van de openbare orde, zo zou de politie volgens de krant hebben aangegeven. Maar uit de overzichten zou ook blijken dat gegevens van familieleden van nooit veroordeelde demonstranten worden opgehaald.
„Dat is gek”, reageert de woordvoerder. „Er is geen reden om te kijken naar familieleden. Dus waarom dat zou gebeuren, moeten we uitzoeken. Ik kan me voorstellen dat het bijvangst is. Dat je bijvoorbeeld zoekt op een bepaalde naam en dat het dan kan zijn dat er meer mensen naar voren komen. We zoeken uit waarom dit gebeurt om onze werkwijze waar nodig aan te scherpen.”