Van illegale vakantie naar ATV en VUT
Over de geboortedatum bestaat enige onduidelijkheid, maar dat weerhoudt de FNV er niet van om dit jaar het 100-jarig bestaan te vieren.
De vakcentrale kent een roerige geschiedenis, die begon in een tijd met twaalf- tot zestienurige werkdagen, zesdaagse werkweken, illegale vakanties, onmondige werknemers en bazen die nog echt de baas waren. Honderd jaar later zijn de arbeidsomstandigheden en de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers in Nederland een stuk beschaafder. Desondanks ziet de FNV nog een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd voor de toekomst.
Zo staan er komend jaar CAO-onderhandelingen op het programma voor honderden bedrijven en bedrijfstakken, terwijl het poldermodel voltooid verleden tijd lijkt. Lodewijk de Waal, de huidige FNV-voorzitter, toonde zich vorige week alvast vechtlustig. „Wij overvragen niet. Wij polariseren niet. Maar we zijn bereid en in staat om de confrontatie met werkgevers aan te gaan. En we zullen die confrontatie winnen.”
Daarmee toont De Waal zich een nazaat van de als tegelijk resoluut en voorzichtig omschreven Henri Polak, die op 1 januari 1906 begon als de eerste voorzitter van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen. Deze NVV was samen met de katholieke vakcentrale NKV de voorloper van de FNV, die in 1976 werd opgericht.
Polak was eerder al een van de stuwende krachten achter de oprichting van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij en van de Algemene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ANDB). Dat was de eerste moderne vakbond in Nederland met een organisatiemodel dat een voorbeeld vormde voor de hele vakbeweging. De ANDB had een centraal gevoerd beleid, onvoorwaardelijke discipline van de leden, een eigen propagandaorgaan, betaalde professionele bestuurders, een perfecte administratie en een goed gevulde ’weerstandskas’.
In 1905 nam Polak het initiatief voor de oprichting van het NVV, de federatie van socialistische vakverenigingen, die uitgroeide tot het model van ”de moderne vakbond”.
„In die tijd waren allerlei zaken die nu normaal zijn, helemaal niet normaal”, weet J. Bom, namens de FNV coördinator van de jubileumactiviteiten. „Vakantie bestond toen bijvoorbeeld helemaal niet, dat was iets geks. De diamantbewerkers waren destijds het best georganiseerd en die durfden wel met vakantie te gaan. Illegaal, maar daar kwamen ze gewoon mee weg. Ze stuurden de bond briefkaarten vanaf hun vakantieadres.”
De vakverenigingen ontwikkelden zich in de 20e eeuw tot belangrijke maatschappelijke organisaties die bijdroegen aan betere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in Nederland.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerden de Duitse bezetters controle te krijgen over de vakbeweging. In 1942 ontbonden zij alle vakbonden en werd het Nationaal Arbeids Front opgericht. Deze ’vakbond’ stond volledig onder controle van de Duitsers. De bezetters waren daarmee ook de aanjagers van het poldermodel. „Een paar jaar geleden kwamen Koreanen naar Nederland om een film te maken over het poldermodel, maar dat is eigenlijk in de Tweede Wereldoorlog bedacht”, stelt Bom.
„Een werkgever heeft in de oorlog vakbondsbestuurders het leven gered door onderduikadressen voor hen te regelen. Hij zorgde ervoor dat er waarschuwingsbordjes voor enge ziekten bij de onderduikpanden hingen, waardoor de Duitsers geen zin hadden in controles. De stichting voor de arbeid is toen door die mensen bedacht. Later is daar de SER (Sociaal Economische Raad, red) uit voortgekomen.”
Anno 2005 viert de FNV haar eeuwfeest, hoewel gediscussieerd kan worden over de geboortedatum. „Daarover wordt gesteggeld”, erkent Bom. „Er zijn heel veel bronnen en die spreken elkaar tegen; 1905 en 1906 worden genoemd als begindata. Maar wij gaan ervan uit dat we honderd jaar bestaan, en dat vieren we.”