Zwitserland exporteert voor recordbedrag aan defensiematerieel
Zwitserse defensiebedrijven hebben in 2022 voor een recordbedrag aan oorlogsmaterieel aan het buitenland verkocht. Door de Russische inval in Oekraïne hebben westerse landen veel meer geld over voor defensie. Maar defensiematerieel uit Zwitserland mag niet naar het Oost-Europese land worden doorgevoerd, omdat het betrokken is bij een internationaal gewapend conflict.
In totaal exporteerde de Zwitserse defensie-industrie voor 955 miljoen Zwitserse frank (ongeveer 960 miljoen euro) aan oorlogsmaterieel, maakte het Zwitserse federale departement van Economische Zaken bekend. Dat is 29 procent meer dan in 2021.
De grootste importeur was Qatar, dat ruim 214 miljoen euro uitgaf aan met name luchtafweersystemen. Denemarken volgde met 137 miljoen euro aan defensie-import uit Zwitserland, waarbij het meeste geld opging aan pantservoertuigen. Duitsland staat op plek drie en gaf net geen 133 miljoen euro uit, onder andere aan munitie. Nederland importeerde voor 13,8 miljoen euro aan Zwitsers defensiematerieel.
Zwitserland staat vanwege de bij wet geregelde neutraliteit geen export van defensiematerieel toe naar landen die betrokken zijn bij een internationaal conflict. Daardoor is het sinds de Russische annexatie van het Oekraïense schiereiland de Krim in 2014 niet meer mogelijk voor Zwitserse bedrijven om wapens of munitie naar Oekraïne te exporteren.
Andere importeurs mogen hun in Zwitserland gekochte defensiematerieel ook niet doorvoeren naar Oekraïne. Onder andere Duitsland heeft, tevergeefs, om een uitzondering op die regel gevraagd nu Oekraïne hard nieuwe munitie nodig heeft.
Vanwege die weigering om de exportregels te versoepelen moeten importeurs voortaan goed nadenken waar ze hun munitie kopen, verklaarde de Duitse minister van Financiën Christian Lindner daarom in januari. De Zwitserse defensie-industrie reageerde geschrokken. Het federale parlement van het land bespreekt nu of versoepelingen mogelijk zijn.