CBS gaat energieprijzen anders meten voor nauwkeurigere inflatie
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaat de energieprijzen voor consumenten anders meten. Nu kijkt het statistiekbureau daarvoor nog naar wat nieuwe energiecontracten kosten. Maar vanaf juni worden transactiedata van energieleveranciers gebruikt, zodat er ook rekening kan worden gehouden met de tarieven die mensen met een al langer lopend contract betalen.
Het idee achter de wijziging is dat de inflatiecijfers daarmee nauwkeuriger worden. Door de oorlog in Oekraïne en sancties tegen Rusland werd het vorig jaar extreem duur om een nieuw energiecontract af te sluiten, terwijl veel huishoudens daar nog niets van merkten omdat ze nog de tarieven betaalden uit een eerder afgesproken vast contract. Dit verschil moet in de nieuwe meetmethode geen rol meer spelen.
„Je kunt dit zien als een statistisch verschil, maar het kan een serieus effect hebben op de inflatieverwachtingen”, betoogde ABN AMRO-hoofdeconoom Sandra Phlippen vorig jaar nog. Ze noemde de inflatiecijfers van het CBS „opgeblazen”. Ook CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen moest eerder bekennen dat de manier waarop het CBS naar de energieprijzen keek te wensen overliet. „Normaal gesproken heeft dit geen grote invloed op de algemene inflatie, maar dit zijn ongewone tijden”, gaf hij aan.
Het statistiekbureau heeft afgelopen maanden uitgebreid onderzocht welke gegevens en methode nodig zijn om de metingen meer in lijn te brengen met de prijsontwikkeling die huishoudens gemiddeld ervaren. Inmiddels is vastgesteld welke methode het meest geschikt is. Dat de nieuwe manier niet onmiddellijk wordt ingesteld heeft er mee te maken dat het CBS nog zaken afstemt met de energiebedrijven. Ook kost de voorbereiding van het „productieproces” de nodige tijd, legt Van Mulligen uit. „Alles wat we publiceren moet straks natuurlijk wel kloppen.”
Toch is het de vraag of het CBS eigenlijk niet te laat is met zijn verbetering. Econoom Marcel Klok van ING denkt dat nieuwe meetmethode dit jaar weinig effect zal hebben op de inflatiecijfers. „Als we deze methode vorig jaar hadden gehad, dan had het veel gescheeld. Waarschijnlijk wel procentpunten. Maar dat is dit jaar anders”, stelt hij. Dat komt omdat heel veel vaste contracten inmiddels zijn afgelopen en zijn omgezet in variabele energiecontracten. Ook het energieprijsplafond van de overheid speelt een rol. Daardoor pakken de verschillen tussen wat huishoudens voor de energierekening betalen volgens Klok niet meer zo groot uit.